Traduction de «durchschnittlich 30 liegt » (Allemand → Néerlandais) :

*Sowohl die Bemessungsgrundlagen als auch die Steuerniveaus sind sehr unterschiedlich - die durchschnittliche in 1999 gezanlte Kraftfahrzeugsteuer liegt zwischen 30 EUR je Fahrzeug in Italien und 463 EUR je Fahrzeug in Dänemark.
*De belastinggrondslagen en de hoogte van de belastingen lopen zeer sterk uiteen : in 1999 bedroeg de gemiddelde MRB 30 EUR per voertuig in Italië tot 463 EUR per voertuig in Denemarken.

Die durchschnittliche Inflationsrate im Euro-Währungsgebiet liegt bei etwa 2 %, während die durchschnittliche Inflationsrate der D-Mark in deren letzten 30 Jahren etwa 3 % betrug.
De gemiddelde inflatie in de eurozone bedraagt circa 2%, vergeleken met een gemiddelde inflatie van circa 3% voor de Duitse mark gedurende de afgelopen 30 jaar.

Der durchschnittliche Zollsatz liegt in der EU bei 4 %, in Asien und Südamerika liegt der vergleichbare Satz bei 30 %.
Het gemiddelde tarief dat in de EU van kracht is, ligt op vier procent, terwijl het vergelijkbare tarief in Azië en Zuid-Amerika dertig procent bedraagt.

Dennoch liegt das geschlechterspezifische Lohngefälle (das ist der durchschnittliche Unterschied zwischen den Bruttostundenlöhnen von Männern und Frauen in der Wirtschaft insgesamt) in der EU nach wie vor bei 17,8 %; diese Differenz beläuft sich in Estland auf 30,9 %, in der Tschechischen Republik auf 26,2 %, in Österreich auf 25,5 % und in Deutschland auf 23,2 %, in Italien hingegen auf 4,9 %, in Slowenien auf 8,5 % und in Belgien und Rumänien auf 9 %[16].
Desondanks bedraagt de genderloonkloof (het gemiddelde verschil in bruto-uurloon tussen mannen en vrouwen in de gehele economie) in de EU nog steeds 17,8%, met 30,9% in Estland, 26,2% in Tsjechië, 25,5%, in Oostenrijk en 23,2% in Duitsland tegenover 4,9% in Italië, 8,5% in Slovenië en 9% in België en Roemenië[16].

1. begrüßt, dass sich die generelle Situation der Gleichstellung von Frauen und Männern in den letzten Jahren erheblich verbessert hat, und stellt in diesem Zusammenhang fest, dass der Anteil der berufstätigen Frauen in der Union in den vergangenen Jahren auf über 44% gestiegen ist, der Anteil der Unternehmerinnen bei durchschnittlich 30% liegt und der Anteil weiblicher Studierender mehr als 50% erreicht hat; hofft, dass sich dieser positive Trend fortsetzt;
1. is verheugd over het feit dat zich de algemene situatie van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen in de afgelopen jaren verbeterd heeft en stelt in dit verband vast dat vrouwen meer dan 44% van de werknemers uitmaken, terwijl gemiddeld 33% van de ondernemers en meer dan 50% van de studenten thans vrouwen zijn; hoopt dat deze positieve tendens doorzet;

Bei Einführung eines Zolls würde der durchschnittliche Großhandelspreis für Lederschuhe, der derzeit bei 8,50 Euro liegt, um lediglich 1,50 Euro steigen – im Einzelhandel werden diese Schuhe für 30 - 100 Euro verkauft.
Door de invoering van een recht zou die prijs gemiddeld stijgen met iets meer dan 1,5 euro op de gemiddelde groothandelsprijzen van 8,5 euro voor schoenen met detailhandelsprijzen van 30 tot 100 euro.

Der durchschnittliche Zoll auf Agrarerzeugnisse liegt in der EU bei 10,5 %, in Brasilien bei 30 % und in Entwicklungsländern bei 60 %.
Het gemiddelde EU-tarief voor landbouwproducten is 10,5%, terwijl dat van Brazilië 30% bedraagt en dat van de ontwikkelingslanden 60%.

30. weist darauf hin, dass die durchschnittliche Frauenbeschäftigungsquote mehr als 18 Prozent unter der für Männer liegt, dass auf dem Arbeitsmarkt nach wie vor eine starke Segregation zu verzeichnen ist und dass Frauen durchschnittlich 76 Prozent des Stundenlohns von Männern erhalten; bedauert es deshalb, dass die Mitgliedstaaten dem Pfeiler Chancengleichheit in ihren nationalen Aktionsplänen für Beschäftigung während des Jahres 2001 im Vergleich zum Vorjahr weniger Bedeutung beigemessen haben und dass es in vielen Mitgliedstaaten noch keine kohärente und umfassende Strategie für die Verwirklichung des Gleichstellungsansatzes im Rahmen aller vier Aktionsschwerpunkte gibt;
30. wijst erop dat de participatiegraad van vrouwen gemiddeld 18% lager ligt dan die van mannen, dat de segregatie op de arbeidsmarkt nog altijd groot is en dat vrouwen gemiddeld 76% van het uurloon van mannen verdienen; betreurt daarom dat de lidstaten in vergelijking met het voorgaande jaar in 2001 minder nadruk hebben gelegd op gelijke kansen in hun nationale actieplannen voor de werkgelegenheid en dat een coherente en allesomvattende strategie voor de toepassing van gendermainstreaming in alle vier de pijlers in veel lidstaten nog altijd ontbreekt;