4. bekräftigt, dass die in Artikel 11 der MFR-Verordnung vorgesehene Inanspruchnahme dieses Instruments einmal mehr verdeutlicht, dass für den Haushaltsplan der Union dringend eine größere Flexibilität erforderlich ist; stellt fest, dass diese zusätzlichen Mittel nur dank des Übertrags nicht verwendeter Mittel des Flexibilitätsinstruments aus den Haushaltsjahren 2014 und 2015 bereitgestellt werden können; betont, dass keine Mittel in das Haushaltsjahr 2017 übertragen werden, sodass das Flexibilitätsinstrument lediglich bis zur jährlichen Obergrenze von 471 Mio. EUR (zu Preisen von 2011) in Anspruch genommen werden kann;
4. herhaalt dat
het gebruik van dit instrument, waar artikel 11 van de MFK-verordening i
n voorziet, eens te meer aantoont dat de begroting van de Unie absoluut flexibeler moet zijn; wijst erop dat de besc
hikbaarstelling van deze bijkomende kredieten slechts mog
elijk is dankzij de overdracht van ongebruikte bedragen van het flex
...[+++]ibiliteitsinstrument in de begrotingsjaren 2014 en 2015; benadrukt dat geen bedrag overgedragen zal worden naar het begrotingsjaar 2017, waarmee de beschikbaarstelling van bedragen uit het flexibiliteitsinstrument in 2017 beperkt zal blijven tot het jaarlijkse maximum van 471 miljoen EUR (in prijzen van 2011);