Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "desselben gesetzes anwendbar " (Duits → Nederlands) :

Diese Aufhebung war nur auf die « Geschäftsjahre anwendbar, die frühestens am 1. Juli 2015 abgeschlossen werden » (Artikel 27 Absatz 1 desselben Gesetzes), sodass sie die Klägerin erst ab dem Steuerjahr 2016 betreffen konnte, das sich auf den Besteuerungszeitraum bezieht, der am 1. Januar 2015 begann und am darauf folgenden 31. Dezember endete.

Die opheffing was slechts van toepassing op de « boekjaren die ten vroegste op 1 juli 2015 worden afgesloten » (artikel 27, eerste lid, van dezelfde wet), zodat zij de verzoekende partij pas kon betreffen vanaf het aanslagjaar 2016, dat betrekking heeft op het belastbare tijdperk dat begonnen is op 1 januari 2015 en eindigde op de daaropvolgende 31ste december.


Im Übrigen ist in Artikel 4 § 2 des Gesetzes vom 31. Januar 2003, ersetzt durch das Gesetz vom 18. Dezember 2013, nunmehr vorgesehen, dass in den individuellen Genehmigungen zum Betrieb und zur industriellen Stromerzeugung nur die Bestimmungen über die Genehmigung zur industriellen Stromerzeugung an dem in Artikel 4 § 1 desselben Gesetzes vorgesehenen Datum der Deaktivierung enden, während die anderen Bestimmungen - darunter diejenigen über die Betriebsgenehmigung - anwendbar ...[+++]

Daarenboven bepaalt artikel 4, § 2, van de wet van 31 januari 2003, zoals vervangen bij de wet van 18 december 2013, voortaan dat in de individuele vergunningen tot exploitatie en tot industriële elektriciteitsproductie enkel de bepalingen betreffende de toelating tot industriële elektriciteitsproductie een einde nemen op de in artikel 4, § 1, van dezelfde wet bedoelde datum van desactivering, waarbij de overige bepalingen - waaronder die met betrekking tot de exploitatievergunning - van toepassing blijven tot op het ogenblik dat zij worden aangepast.


Die Vorabentscheidungsfrage betrifft die Bedingung im Sinne von Artikel 40bis § 2 Absatz 1 Nr. 2 Buchstabe a) des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, insbesondere seit dem Inkrafttreten des vorerwähnten Gesetzes vom 2. Juni 2013 und insbesondere von Artikel 1476bis des Zivilgesetzbuches, wobei eine ähnliche Bestimmung wie diejenige von Artikel 146bis desselben Gesetzbuches, das auf die Ehen anwendbar ist, eingefügt wurde.

De prejudiciële vraag heeft betrekking op de voorwaarde bepaald in artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2°, a), van de wet van 15 december 1980, in het bijzonder sinds de inwerkingtreding van de voormelde wet van 2 juni 2013 en inzonderheid van artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek, dat een bepaling heeft ingevoegd die vergelijkbaar is met die van artikel 146bis van hetzelfde Wetboek dat op de huwelijken van toepassing is.


« Verstößt Artikel 10 Absatz 3 des Gesetzes vom 22. März 2001 zur Einführung einer Einkommensgarantie für Betagte gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass Absatz 1 desselben Artikels, der besagt, dass, wenn der Betreffende und/oder die Personen, mit denen er denselben Hauptwohnort teilt, (im Laufe des Zeitraums von zehn Jahren, der dem Datum, an dem der Beschluss wirksam wird, vorausgeht) bewegliche oder unbewegliche Güter unentgeltlich oder entgeltlich abgetreten haben, ein Einkommen als Existenzmittel in Rechnung gestellt wi ...[+++]

« Schendt artikel 10, derde lid van de Wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat het eerste lid van hetzelfde artikel, dat stelt dat wanneer de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt roerende of onroerende goederen om niet of onder bezwarende titel hebben afgestaan (in de loop van de tien jaren die voorafgaan aan de datum waarop de aanvraag uitwerking heeft) een inkomen als bestaansmiddel in rekening wordt gebracht, niet van toepassing is op de opbrengst van de afstand van het woonhuis van de betrokkene en/of van de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt die geen ander bebouwd onroerend goed bezit ...[+++]


Die darin angeführten Behandlungsunterscheide seien nämlich nicht auf den fraglichen Artikel 353bis des Programmgesetzes (I) vom 24. Dezember 2002 zurückzuführen, sondern auf Artikel 31 des Gesetzes vom 19. Juni 2009 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Beschäftigung während der Krise, in dem der zeitliche Anwendungsbereich von Absatz 2 des vorerwähnten Artikels 353bis festgelegt werde, und auf Absatz 4 desselben Artikels 353bis, der erst am 1. Juli 2011 in Kraft getreten sei, sodass er zum Zeitpunkt des Streitfalls im Ausgangsverfah ...[+++]

De daarin aangevoerde verschillen in behandeling zouden immers niet hun oorsprong vinden in het in het geding zijnde artikel 353bis van de programmawet (I) van 24 december 2002, maar in artikel 31 van de wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis, dat de temporele werkingssfeer van het tweede lid van voormeld artikel 353bis bepaalt, en in het vierde lid van hetzelfde artikel 353bis, dat pas in werking is getreden op 1 juli 2011, zodat het niet van toepassing was ten tijde van het bodemgeschil.


Kraft Artikel 40ter in Verbindung mit Artikel 40bis des Ausländergesetzes sind die Artikel 40 ff. desselben Gesetzes anwendbar auf die Verwandten in absteigender Linie des ausländischen Ehepartners eines belgischen Staatsangehörigen.

Krachtens artikel 40ter, gecombineerd met artikel 40bis, van de Vreemdelingenwet zijn de artikelen 40 en volgende van diezelfde wet van toepassing op de bloedverwanten in neergaande lijn van de buitenlandse echtgenoot van een Belgische onderdaan.


Die klagende Vereinigung bringt keine Klagegründe gegen Artikel 4 des Gesetzes vom 15. Januar 2002 vor, sondern beschränkt sich auf die Erklärung: « Die zu Artikel 2 des Gesetzes vom 15. Januar 2002 dargelegte Argumentation ist mutatis mutandis auf Artikel 4 desselben Gesetzes anwendbar » und « die Nichtigerklärung von Artikel 2 dürfte automatisch diejenige von Artikel 4 mit sich bringen ».

De verzoekende vereniging voert geen middelen aan tegen artikel 4 van de wet van 15 januari 2002, maar merkt enkel op dat « de argumentatie met betrekking tot artikel 2 van de wet van 15 januari 2002 mutatis mutandis geldt voor artikel 4 van dezelfde wet », en dat « de vernietiging van artikel 2 automatisch zou moeten leiden tot die van artikel 4 ».


« Verstösst Artikel 42 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Gesetzeserlasses vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer insofern, als anzunehmen wäre, dass die darin genannte (jetzt) fünfjährige Verjährungsfrist nicht auf die Forderung aufgrund von Artikel 30ter § 6 A desselben Gesetzes anwendbar ist, so dass diese Forderung erst nach dreissig Jahren verjährt, gegen die verfassungsmässigen Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, so wie sie in den Artikeln 10 und 11 der koordinierten Verfassung verankert sind?

« Schendt artikel 42 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in zoverre zou moeten aangenomen worden dat de daarin bepaalde verjaringstermijn van (thans) 5 jaar niet van toepassing is op de vordering ex artikel 30ter , § 6, A, van dezelfde wet zodat die vordering slechts na 30 jaar verjaart, het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel zoals vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?


« Verstösst Artikel 42 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Gesetzeserlasses vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer insofern, als anzunehmen wäre, dass die darin genannte (jetzt) fünfjährige Verjährungsfrist nicht auf die Forderung aufgrund von Artikel 30ter, § 6, B, desselben Gesetzes anwendbar ist, so dass diese Forderung erst nach dreissig Jahren verjährt, gegen die verfassungsmässigen Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, so wie sie in den Artikeln 10 und 11 der koordinierten Verfassung verankert sind?

« Schendt artikel 42 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in zoverre zou moeten aangenomen worden dat de daarin bepaalde verjaringstermijn van (thans) 5 jaar niet van toepassing is op de vordering ex artikel 30ter, § 6 B van dezelfde wet zodat die vordering slechts na 30 jaar verjaart, het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel zoals vervat in de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet ?


« Verstösst Artikel 42 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Gesetzeserlasses vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer insofern, als anzunehmen wäre, dass die darin genannte (jetzt) fünfjährige Verjährungsfrist nicht auf die Forderung aufgrund von Artikel 30ter § 6 B desselben Gesetzes anwendbar ist, so dass diese Forderung erst nach dreissig Jahren verjährt, gegen die verfassungsmässigen Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, so wie sie in den Artikeln 10 und 11 der koordinierten Verfassung verankert sind?

« Schendt artikel 42 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in zoverre zou moeten aangenomen worden dat de daarin bepaalde verjaringstermijn van (thans) 5 jaar niet van toepassing is op de vordering ex artikel 30ter, § 6 B van dezelfde wet zodat die vordering slechts na 30 jaar verjaart, het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel zoals vervat in de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet ?




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'desselben gesetzes anwendbar' ->

Date index: 2025-04-07
w