A. in der Erwägung, dass das Recht auf Grundfreiheiten wie beispielsweise das Recht auf Leben, das Recht auf Gedanken-, Gewissens- und Religionsfreiheit und die freie Meinungsäußerung und das Recht auf Information in der EU-Charta der Grundrechte verankert sind und deshalb von allen Mitgliedstaaten anerkannt werden,
A. overwegende dat fundamentele vrijheden, zoals het recht op leven, de vrijheid van denken, geweten en godsdienst, en de vrijheid van meningsuiting en informatie, verankerd zijn in het EU-Handvest van de grondrechten en derhalve door alle lidstaten worden erkend,