Die erste präjudizielle Frage bezweckt, vom Hof zu vernehmen, ob gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstossen wird, indem in Anwendung des Dekrets vom 23. Januar 1991, insbesondere der Artikel 25 §§ 4 und 5 und 37 § 3 Nrn. 1 und 2, dieselbe Person wegen eines Verstosses gegen Bestimmungen des Dekrets sowohl eine administrative Geldbusse auferlegt bekommen kann al
s auch, selbst nach deren Begleichung, strafrechtlich verfolgt
werden kann, während andere Rechtsvorschriften die Auferlegung einer administrativen Geldbusse das Erlöschen der S
traf verfolgung zur ...[+++]Folge hat.De eerste prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn geschonden doordat, met
toepassing van het decreet van 23 januari 1991, in het bijzonder van de artikelen 25, §§ 4 en 5, en 37, § 3, 1° en 2°, eenzelfde persoon wegens een inbreuk op bepalingen van het decreet, zowel een administratieve geldboete opgelegd kan krijgen, als, zelfs na betaling ervan,
strafrechtelijk kan worden vervolgd, terwijl in andere regelgeving het opleggen van een administratieve geldboete het verval van
...[+++]de strafvordering met zich meebrengt.