(i) Unterstützung eines nachhaltigen, sicheren und effizienten intermodalen einheitlichen europäischen Verkehrsraums durch Investitionen in das transeuropäische Verkehrsnetz, wobei die Integration der Mitgliedstaaten, die der Europäischen Union am 1. Mai 2004 oder danach beigetreten sind, und ihrem Infrastrukturbedarf im Einklang mit dem Grundsatz der Solidarität und des territorialen Zusammenhalts im Mittelpunkt stehen muss;
(i) het ondersteunen van een duurzame, veilige en efficiënte comodale interne Europese vervoersruimte door middel van investeringen in het trans-Europees vervoersnetwerk, met bijzondere aandacht voor de integratie van de lidstaten die na 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden en hun infrastructuurbehoeften, overeenkomstig het beginsel van solidariteit en territoriale samenhang;