' Artikel 3bis § 3 des königlichen Erlasses Nr. 22 vom 24. Oktober 1934 " über das für bestimmte Verurteilte und für Konkursschuldner geltende gerichtliche Verbot, bestimmte Ämter, Beru
fe oder Tätigkeiten auszuüben " verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassu
ng, insofern die in dieser Bestimmung erwähnten, dem Konkursschuldner gleichgestellten Pe
rsonen nicht in den Genuss einer Massnahme zur Milderung des Verbots gelangen
...[+++] können ' (Verfassungsgerichtshof, 22. November 2007, Entscheid Nr. 144/2007, B.7).
' Artikel 3bis, § 3, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de met de gefailleerde gelijkgestelde personen die in die wetsbepaling worden beoogd, geen enkele maatregel tot verzachting van het verbod kunnen genieten' (Grondwettelijk Hof, 22 november 2007, arrest nr. 144/2007).