In ihrem Erwiderungsschriftsatz führen die klagenden Parteien an, dass Artikel 23 der Verfassung den föderalen Gesetzgeber oder den Dekretgeber verpflichte, selbst die Grenzen festzulegen, innerhalb deren gewisse Befugnisse - insbesondere bezüglich der Ausübung eines Berufes - ausgeübt werden dürften.
In hun memorie van antwoord betogen de verzoekende partijen dat artikel 23 van de Grondwet de wetgever - de federale of de decretale de verplichting oplegt om zelf de grenzen vast te stellen waarin bepaalde bevoegdheden - met name in verband met de uitoefening van een beroep - kunnen worden uitgeoefend.