Der Gesetzgeber konnte den Standpunkt vertreten, dass die verpflichtende Beschaffenheit der Versicherung gerechtfertigt ist im Lichte des besonderen Risikos von Körperverletzungen, das sich aus dem Vorhandensein von Kraftfahrzeugen im Verkehr ergibt, wobei dieses Risiko geringer ist bei dem Vorhandensein von Fahrrädern im Verkehr (siehe Entscheid Nr. 167/2004 vom 28. Oktober 2004, B.4.2).
De wetgever vermocht van oordeel te zijn dat het verplichte karakter van de verzekering verantwoord is in het licht van het bijzondere risico op lichamelijke letsels, voortvloeiend uit de aanwezigheid van motorrijtuigen in het verkeer, risico dat minder groot is bij de aanwezigheid van fietsen in het verkeer (zie het arrest nr. 167/2004 van 28 oktober 2004, B.4.2).