weist darauf hin, dass das Recht der Landwirte, Saatgut frei zu erzeugen, auszutauschen und zu verkaufen, die Existenzgrundlage von 90 % der Landwirte in Afrika darstellt, und
dass die Saatgutvielfalt entscheidend dafür ist,
dass die Landwirtschaft trotz des Klimawandels bestehen kann; betont,
dass die Forderungen von Unternehmen, die Rechte von Pflanzenzüchtern im Einklang mit dem UPOV-Übereinkommen von 1991 zu stärken, nicht zum Verbot dieser informellen Vereinbarungen
...[+++]führen sollten. herinnert eraan dat het recht van landbouwers om vrijelijk zaaizaad te produceren, uit te wisselen en verkopen ten grondslag ligt aan 90 % van de landbouwinkomens in Afrika, en dat zaaizaaddiversiteit van essentieel belang is om de landbouwsector bestendiger te maken tegen klimaatverandering; onderstreept dat het feit dat vanuit het bedrijfsleven wordt aangedrongen op de versterking van de rechten van plantenkwekers overeenkomstig het UPOV-Verdrag van 1991, niet mag leiden tot een verbod op deze informele praktijken.