1.
wijst erop dat een organisatie rechtspersoonlijkheid bezit op grond van haar kenmerken, en dat deze kenmerken afhangen van de bepalingen die aan de organisatie ten gron
dslag liggen en die zijn vastgesteld door degenen die
zich verenigen om de organisatie op te richten; meent dat de vraag of een org
anisatie van staten rechtspersoonlijkheid heeft in het intern ...[+++]ationale bestel derhalve moet worden beantwoord in het licht van de kenmerken die door de verdragsluitende partijen aan de organisatie zijn toegekend, waarbij bepalend is of de organisatie in eigen naam handelend kan optreden en eigen rechten en plichten heeft, ofwel alleen het raamwerk vormt voor het optreden van andere actoren, waarvan de rechten en plichten door handelingen en besluiten in het kader van de organisatie worden beïnvloed;