Traduction de «bzw fischwirtschaft festgesetzte gesamtvolumen innerhalb » (Allemand → Néerlandais) :

3. Absatz 1 gilt nicht für Geschäfte mit einem Gesamtvolumen innerhalb eines Kalenderjahres unterhalb eines von den Mitgliedstaaten festzulegenden Schwellenwerts; dieser Schwellenwert wird von den Mitgliedstaaten auf einen Betrag von 20 000 bis 100 000 EUR festgesetzt.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op transacties voor een totaalbedrag lager dan een door de lidstaten vast te stellen drempel gedurende een kalenderjaar. De lidstaten stellen deze drempel vast op een bedrag tussen 20 000 en 100 000 EUR.

Nach Artikel 10 EG-Vertrag sind die Mitgliedstaaten gehalten, der Kommission diese Aufgabe zu erleichtern, indem sie durch geeignete Mechanismen sicherstellen, dass der im Rahmen der De-minimis-Regelung gewährte Gesamtbeihilfebetrag die Schwelle von 30 000 EUR je Empfänger sowie das von der Kommission auf Basis des Produktionswerts der Fischwirtschaft festgesetzte Gesamtvolumen innerhalb eines Zeitraumes von drei Steuerjahren nicht überschreitet.
Overeenkomstig artikel 10 van het Verdrag moeten de lidstaten deze opdracht vergemakkelijken door de nodige maatregelen te treffen om te waarborgen dat het totale bedrag van de op grond van de de-minimisregels verleende steun over een periode van drie belastingjaren niet meer bedraagt dan het plafond van 30 000 EUR per begunstigde of het algemene plafond dat de Commissie op basis van de visserijproductiewaarde per lidstaat heeft vastgesteld.

Nach dem in Artikel 10 EG-Vertrag verankerten Grundsatz der Zusammenarbeit sind die Mitgliedstaaten gehalten, der Kommission diese Aufgabe zu erleichtern, indem sie durch geeignete Mechanismen sicherstellen, dass der im Rahmen der De-minimis-Regelung gewährte Gesamtbeihilfebetrag die Schwelle von 3 000 EUR je Empfänger sowie das von der Kommission auf Basis des Produktionswerts der Landwirtschaft bzw. der Fischwirtschaft festgesetzte Gesamtvolumen innerhalb eines Zeitraumes von drei Jahren nicht überschreitet.
Overeenkomstig het in artikel 10 van het Verdrag neergelegde samenwerkingsbeginsel moeten de lidstaten de vervulling van deze taak vergemakkelijken door de nodige maatregelen te treffen om te waarborgen dat het totale bedrag van de op grond van de de minimis-regel verleende steun over een periode van drie jaar niet meer bedraagt dan het plafond van 3 000 EUR per begunstigde of het algemene, door de Commissie op basis van de waarde van de productiewaarde van de landbouw of de visserij per lidstaat vastgestelde plafond.

14. In Artikel 101 wird nach Absatz 2 folgender Absatz eingefügt:"Die regionale Grundfläche bzw. die regionalen Grundflächen in den neuen Mitgliedstaaten wird bzw. werden jedoch von der Kommission innerhalb der Grenzen der nationalen Grundflächen gemäß Anhang XIb nach dem in Artikel 144 Absatz 2 genannten Verfahren festgesetzt".
14. In artikel 101 wordt de volgende alinea ingevoegd na de tweede alinea:"Het/de regionale basisareaal/basisarealen in de nieuwe lidstaten wordt/worden evenwel door de Commissie volgens de in artikel 144, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld binnen de grenzen van de in bijlage XI ter vastgestelde nationale basisarealen".

Die Erfahrung der Kommission hat gezeigt, dass Beihilfen für Unternehmen im Fischereisektor, die einen Höchstbetrag von 30 000 EUR je Empfänger innerhalb von drei Jahren nicht übersteigen, bei gleichzeitiger Begrenzung des Gesamtvolumens aller Beihilfen an Unternehmen im Fischereisektor auf etwa 2,5 % des jährlichen Produktionswerts der Fischwirtschaft den Handel zwischen den Mitgliedstaaten nicht beeinträchtigen und/oder den Wettbewerb nicht verfälschen bzw. zu verfälschen drohen.
Gezien de ervaring die de Commissie heeft opgedaan, mag ervan worden uitgegaan dat steun voor ondernemingen in de visserijsector die niet hoger ligt dan 30 000 EUR per begunstigde per periode van drie jaar, het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloedt en/of de mededinging niet vervalst of dreigt te vervalsen, voor zover het totale steunbedrag dat over een periode van drie jaar aan alle ondernemingen in de visserijsector wordt verleend, lager ligt dan 2,5 % van de jaarlijkse visserijproductie.

Der betreffende Mitgliedstaat übermittelt der Kommission auf deren schriftliches Ersuchen innerhalb von zwanzig Arbeitstagen oder einer in dem Ersuchen festgesetzten längeren Frist alle Informationen, die diese benötigt, um zu beurteilen, ob die Bedingungen dieser Verordnung eingehalten wurden. Zu diesen Informationen gehört insbesondere der Gesamtbeihilfebetrag, den die Unternehmen und die Agrar- bzw. Fischwirtschaft des betreffenden Mitgliedstaats im Rahmen der De-minimis-Regelung erhalten haben.
Op schriftelijk verzoek van de Commissie verstrekt de betrokken lidstaat haar binnen 20 werkdagen, of binnen een langere in dit verzoek vastgestelde termijn, alle informatie die de Commissie nodig acht om te kunnen nagaan of aan de voorwaarden van deze verordening is voldaan, met name ten aanzien van het totale bedrag aan de minimis-steun dat elke onderneming en de landbouwsector of de visserijsector van de betrokken lidstaat hebben ontvangen.

« Beinhaltet der Umstand, dass kraft Artikel 46 § 2 Absatz 2 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle (in der durch Artikel 4 des Gesetzes vom 7. Juli 1978 abgeänderten Fassung) das im Rahmen eines Arbeitsvertrags im Privatsektor beschäftigte Personal bei einem Arbeitsunfall bzw. Arbeitswegunfall erst Klage auf Entschädigung aufgrund des gemeinen Rechts erheben kann, nachdem die Entschädigung aufgrund der Gesetzgebung über die Arbeitsunfälle festgesetzt worden ist, wohingegen das durch die öffentliche Hand beschäftigte Vertragspersonal bei einem Arbeitsunfall bzw. Arbeitswegunfall wohl die Wahl hat, zuerst Klage auf Entschädigung zu erheben, entweder aufgrund des gemeinen Rechts oder aufgrund des Arbeitsunfallrechts, nicht insofern eine Verletzung der verfassungsmässigen Grundsätze der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, die in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankert sind, als innerhalb ein und derselben Gruppe von Rechtsunterworfenen, d.h. Vertragspersonal im allgemeinen, ein Behandlungsunterschied eingeführt wird, für den es keine objektive und angemessene Rechtfertigung gibt?
« Houdt de omstandigheid dat krachtens artikel 46, par. 2, tweede lid van de Arbeidsongevallenwet d.d. 10 april 1971 (zoals gewijzigd door art. 4 van de Wet van 07 juli 1978) het personeel onder arbeidsovereenkomst in de particuliere sector dat het slachtoffer is van een arbeids(weg)ongeval slechts een eis tot vergoeding kan instellen op basis van het gemeen recht nadat de vergoeding uit hoofde van de Arbeidsongevallen-wetgeving is bepaald, terwijl het door de overheid contractueel tewerkgestelde personeel dat het slachtoffer is van een arbeids(weg)ongeval wél de keuze heeft om een eis tot vergoeding eerst in te stellen hetzij op basis van het gemeen recht, hetzij op basis van het arbeidsongevallenrecht, niet in zoverre een schending in van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dat binnen éénzelfde groep justitiabelen, namelijk de contractuele werknemers in het algemeen, een verschil in behandeling wordt ingesteld waarvoor geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat ?