Traduction de «bleibende arbeitsunfähigkeit höchstens 120 tage » (Allemand → Néerlandais) :

- für bleibende Arbeitsunfähigkeit: höchstens 120 Tage vor dem Datum des Antrags (Artikel 35 Absatz 2);
- voor blijvende ongeschiktheid : maximum 120 dagen voor de datum van de aanvraag (artikel 35, 2e lid);

Diese Konzertierung dauert mindestens 60 Tage und höchstens 120 Tage.
Dit overleg duurt minimaal 60 dagen en maximaal 120 dagen.

Der für ein Geschäft geltende Zinssatz wird für höchstens 120 Tage festgesetzt.
De rente die op een bepaalde transactie van toepassing is, wordt vastgesteld voor een periode van ten hoogste 120 dagen.

Diese Rechtfertigung bezog sich insbesondere auf die zeitliche Begrenzung der Entschädigungen für bleibende Arbeitsunfähigkeit auf 120 Tage vor dem Datum des Antrags gemäss Artikel 35 Absatz 2 der am 3. Juni 1970 koordinierten Gesetze über die Entschädigung für Berufskrankheiten.
Die verantwoording had inzonderheid betrekking op de beperking in de tijd van de vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid tot 120 dagen vóór de datum van de aanvraag overeenkomstig artikel 35, tweede lid, van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970.

(b) Die WAL seines Portfolios beträgt höchstens 120 Tage.
(b) de portefeuille heeft een gewogen gemiddelde duur (WAL) van niet meer dan 120 dagen;

(4) Erfordern besondere Umstände ein sofortiges Eingreifen, so kann die einführende Vertragspartei die in Absatz 2 vorgesehene Maßnahme als vorläufige Maßnahme für höchstens 120 Tage treffen, ohne dass die Voraussetzungen des Absatzes 3 erfuellt sind.
4. Indien door uitzonderlijke omstandigheden onmiddellijk maatregelen moeten worden genomen, mag de invoerende partij als overgangsmaatregel voor ten hoogste 120 dagen de maatregelen nemen waarin in lid 2 is voorzien zonder dat aan de eisen van lid 3 is voldaan.

« Beinhaltet der Umstand, dass kraft Artikel 45quater des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle das Opfer oder seine Anspruchsberechtigten keine Zahlung von höchstens einem Drittel des Wertes der ihnen zustehenden Rente in Kapitalform erhalten können, für die Unfälle, für die die Feststellung des Grades der bleibenden Arbeitsunfähigkeit von 10 Prozent oder weniger als 16 Prozent stattfindet, wobei aber die bleibende Arbeitsunfähigkeit rückwirkend ab einem Datum der Konsolidierung vor dem Inkrafttreten von Artikel 45quater des Gesetzes über die Arbeitsunfälle (das heisst dem 1. Januar 1994) festgestellt wird, wobei jedoch der Grad erst durch richterliche Entscheidung, die an einem Datum nach dem 1. Januar 1997 rechtskräftig wird, bestätigt wird, während für die Arbeitsunfälle, für die die Feststellung des Grades der bleibenden Arbeitsunfähigkeit von 10 Prozent oder weniger als 16 Prozent stattfindet, wobei die bleibende Arbeitsunfähigkeit und das Datum der Konsolidierung ebenfalls rückwirkend vor dem Inkrafttreten von Artikel 45quater des Gesetzes über die Arbeitsunfälle festgestellt werden, wobei aber der Grad durch richterliche Entscheidung, die vor dem 1. Januar 1997 rechtskräftig wurde, bestätigt wird, eine Verletzung des verfassungsmässigen Gleichheitsgrundsatzes sowie des in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Nichtdiskriminierungsgrundsatzes, weil innerhalb einer selben Gruppe von Rechtssubjekten, nämlich die Opfer eines Arbeitsunfalls im allgemeinen, ein Behandlungsunterschied, für den es keine objektive und vernünftige Rechtfertigung gibt, eingeführt wird?
« Houdt de omstandigheid dat krachtens artikel 45quater van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 de getroffene of zijn rechthebbenden geen uitbetaling van ten hoogste een derde van de waarde van de hun toekomende rente als kapitaal verkrijgen, voor de ongevallen waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van 10 pct. of minder dan 16 pct. geschiedt, doch waarbij de blijvende arbeidsongeschiktheid met terugwerkende kracht wordt bepaald op een consolidatiedatum vóór de inwerkingtreding van artikel 45quater van de arbeidsongevallenwet (zijnde 1 januari 1994), echter waarbij de graad slechts wordt bekrachtigd bij een gerechtelijke beslissing die op een datum na 1 januari 1997 in kracht van gewijsde treedt, terwijl voor de arbeidsongevallen waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van 10 pct. of minder dan 16 pct. geschiedt, waarvoor de blijvende arbeidsongeschiktheid en de consolidatiedatum tevens met terugwerkende kracht wordt bepaald vóór de inwerkingtreding van artikel 45quater van de arbeidsongevallenwet, doch waarbij de graad wordt bekrachtigd bij een gerechtelijke beslissing die vóór 1 januari 1997 in kracht van gewijsde trad, een schending in van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, dat binnen éénzelfde groep rechtsonderhorigen, namelijk getroffenen van een arbeidsongeval in het algemeen, een verschil in behandeling wordt ingesteld waarvoor geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat ?