Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "bestimmung war bereits " (Duits → Nederlands) :

Diese Bestimmung war bereits im Vertrag zur Gründung der Europäischen Wirtschaftsgemeinschaft (1957) enthalten und wurde seitdem beim Amtsantritt jeder Kommission angewandt.

Deze regel werd voor het eerst opgenomen in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (1957).


Voraussetzung für die Anwendung dieser Bestimmung war jedoch die Annahme der Änderung der bereits erwähnten SAPARD-Grundverordnung.

De toepassing van deze bepaling was echter afhankelijk van de goedkeuring van de wijziging van de Sapard-basisverordening waarnaar hierboven wordt verwezen.


In der vorherigen Fassung dieser Bestimmung war jedoch bereits die Möglichkeit enthalten, einen verhinderten Beisitzer durch einen im Kammerverzeichnis eingetragenen Rechtsanwalt, der mindestens dreißig Jahre alt ist, zu ersetzen, doch dies verhindert nicht, dass der Gesetzgeber erneut gesetzgebend in der betreffenden Angelegenheit aufgetreten ist.

De vorige versie van die bepaling bevatte weliswaar reeds de mogelijkheid om een verhinderde assessor te vervangen door een op het tableau van de Orde ingeschreven advocaat die ten minste dertig jaar oud is, maar dit neemt niet weg dat de wetgever opnieuw regelgevend is opgetreden in de erin vervatte aangelegenheid.


Der Rat vertritt nämlich den Standpunkt, dass der Wortlaut der vorerwähnten Bestimmung in der Verfassungsänderung vom 29. Juli 1980 sicherlich nicht in einem befugnisneutralen Kontext zustande gekommen ist; an diesem Datum war der Verfassungsgeber bereits zur Einsetzung der Gemeinschaften und Regionen übergegangen und hatte er den Gemeinschaften (Verfassungsreform vom 24. Dezember 1970) und den Regionen (Verfassungsreform vom 17. Juli 1980) bereits eine Gesetzgebungsbefugnis verliehen.

De Raad oordeelt immers dat de libellering van voormelde bepaling bij de grondwetswijziging van 29 juli 1980 zeker niet in een bevoegdheidsneutrale context tot stand kwam; op die datum was de grondwetgever reeds overgegaan tot de oprichting van de gemeenschappen en de gewesten en had hij aan de gemeenschappen (grondwetsherziening van 24 december 1970) en aan de gewesten (grondwetsherziening van 17 juli 1980) reeds wetgevende bevoegdheid verleend.


Die Vorlage einer Vorabentscheidungsfrage erübrigt sich jedoch, wenn dieses Gericht festgestellt hat, dass die gestellte Frage nicht entscheidungserheblich ist, dass die betreffende Bestimmung bereits Gegenstand einer Auslegung durch den Europäischen Gerichtshof war oder dass die richtige Anwendung des Rechts der Europäischen Union derart offenkundig ist, dass für einen vernünftigen Zweifel keinerlei Raum bleibt (EuGH, 6. Oktober 1982, C-283/81, CILFIT, Randnr. 21).

Die verwijzing is evenwel niet nodig wanneer die rechterlijke instantie heeft vastgesteld dat de opgeworpen vraag niet relevant is of dat de betrokken bepaling reeds door het Hof van Justitie is uitgelegd of dat de juiste toepassing van het recht van de Europese Unie zo evident is, dat redelijkerwijze geen ruimte voor twijfel kan bestaan (HvJ, 6 oktober 1982, C-283/81, CILFIT, punt 21).


Durch die Annahme der fraglichen Bestimmung wollte der Gesetzgeber den Grundsatz der Kontinuität der Zuständigkeit des Richters festlegen, der bereits mit einer Akte bezüglich einer Familie befasst wurde, wobei er der Auffassung war, dass dieser Richter am besten imstande ist, in Kenntnis der Dinge über eine Familienakte zu befinden, die bei der ersten beim Familiengericht eingereichten Klage angelegt wurde (Artikel 725bis des Gerichtsgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 150 des Gesetzes vom 30. Juli 2013) und als « einzige Akte für ...[+++]

Met de aanneming van de in het geding zijnde bepaling wilde de wetgever het beginsel van continuïteit bekrachtigen van de bevoegdheid van de rechter bij wie reeds een dossier aangaande een familie aanhangig is gemaakt, omdat hij oordeelde dat die rechter het best in staat is om zich met kennis van zaken uit te spreken over een familiedossier dat wordt geopend vanaf de eerste vordering die bij de familierechtbank wordt ingesteld (artikel 725bis van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 150 van de wet van 30 juli 2013), en dat wordt opgevat als « één enkel dossier [...] voor de minderjarige en zijn familie » (Parl. St., Kamer, 20 ...[+++]


Die fragliche Bestimmung war bereits Gegenstand von Nichtigkeitsklagen, die zu dem Urteil Nr. 182/2008 vom 18. Dezember 2008 geführt haben; darin erkannte der Hof:

De in het geding zijnde bepaling maakte reeds het voorwerp uit van beroepen tot vernietiging die aanleiding hebben gegeven tot het arrest nr. 182/2008 van 18 december 2008, waarin het Hof heeft geoordeeld :


85 Da es nämlich die Verfasser der Beitrittsakte für erforderlich hielten, in die Verordnung eine ausdrückliche Bestimmung einzufügen, wonach die Eintragung einer Gemeinschaftsmarke, die am Tag des Beitritts bereits angemeldet war, nicht aufgrund der in Artikel 7 Absatz 1 aufgeführten absoluten Eintragungshindernisse abgelehnt werden darf, wenn diese Hindernisse lediglich durch den Beitritt eines neuen Mitgliedstaats entstanden sin ...[+++]

85 Aangezien de auteurs van de Toetredingsakte het noodzakelijk achtten, een uitdrukkelijke bepaling in te voegen, volgens welke de inschrijving van een gemeenschapsmerk waarvoor op het ogenblik van de toetreding een aanvraag is ingediend, niet kan worden geweigerd op basis van één van de in artikel 7, lid 1, vermelde absolute weigeringsgronden, indien die gronden louter wegens de toetreding van een nieuwe lidstaat van toepassing worden, waren zij dus van mening dat een dergelijke aanvraag zonder deze bepaling had moeten worden afgewezen indien het merk in een van de nieuwe lidstaten onderscheidend vermogen miste.


85 Da es nämlich die Verfasser der Beitrittsakte für erforderlich hielten, in die Verordnung eine ausdrückliche Bestimmung einzufügen, wonach die Eintragung einer Gemeinschaftsmarke, die am Tag des Beitritts bereits angemeldet war, nicht aufgrund der in Artikel 7 Absatz 1 aufgeführten absoluten Eintragungshindernisse abgelehnt werden darf, wenn diese Hindernisse lediglich durch den Beitritt eines neuen Mitgliedstaats entstanden sin ...[+++]

85 Aangezien de auteurs van de Toetredingsakte het noodzakelijk achtten, een uitdrukkelijke bepaling in te voegen, volgens welke de inschrijving van een gemeenschapsmerk waarvoor op het ogenblik van de toetreding een aanvraag is ingediend, niet kan worden geweigerd op basis van één van de in artikel 7, lid 1, vermelde absolute weigeringsgronden, indien die gronden louter wegens de toetreding van een nieuwe lidstaat van toepassing worden, waren zij dus van mening dat een dergelijke aanvraag zonder deze bepaling had moeten worden afgewezen indien het merk in een van de nieuwe lidstaten onderscheidend vermogen miste.


Der aus Artikel 23 des vorgenannten königlichen Erlasses hervorgehenden Unterscheidung liegt Artikel 3 2 Absatz 3 des Gesetzes vom 29. Mai 1959 zugrunde; in dieser Bestimmung war bereits eine Gliederung von Anstalten, die zu einer der Kategorien « nichtkonfessionell », « konfessionell » oder « pluralistisch » im Sinne der Artikel 2 und 4 des Gesetzes gehören, einerseits und Anstalten, deren Unterricht nicht zu einer der Kategorien im Sinne von Absatz 3 von 2 gehört, andererseits vorgesehen.

Aan het onderscheid dat uit artikel 23 van het voormelde koninklijk besluit voortvloeit, ligt artikel 3, 2, derde lid, van de wet van 29 mei 1959 ten grondslag, bepaling die reeds in een indeling voorzag van, enerzijds, de inrichtingen die behoren tot één van de categorieën « niet-confessioneel », « confessioneel » of « pluralistisch », zoals gedefinieerd in de artikelen 2 en 4 van die wet, en, anderzijds, de inrichtingen waarvan het onderwijs niet behoort tot één van de categorieën bedoeld in het derde lid van 2.


w