(4) Beamte, die vor dem 1. Mai 2004 ihren Dienst angetreten haben und nach Anwendung der Artikel 2, 3 und 11 des Anhangs VIII des Statuts nicht in der Lage sind, im Alter von 65 Jahren den in Artikel 77 Absatz 2 des Statuts für das Ruhegehalt vorgesehenen Hoechstsatz zu erreichen, können in den Grenzen dieses Hoechstsatzes zusätzliche Ruhegehaltsansprüche erwerben.
4. Ambtenaren die vóór 1 mei 2004 in dienst zijn getreden en die, na toepassing van de artikelen 2, 3 en 11 van bijlage VIII, niet de mogelijkheid hebben om op 65-jarige leeftijd het maximale ouderdomspensioen, als bedoeld in de tweede alinea van artikel 77, te verwerven, kunnen extra pensioenrechten verwerven tot dat maximum.