Vertaling van "ausgegangen jedoch ihre wurzeln " (Duits → Nederlands) :

Es wird davon ausgegangen, dass die Muttersprache der Soldaten diejenige der Gemeinde ist, in der sie für die Miliz eingetragen sind; Personen, die erklären, dass ihre Muttersprache nicht diejenige dieser Gemeinde ist, haben jedoch das Recht zu beantragen, einer Garnison oder einer Einheit einer anderen Sprachregelung zugewiesen zu werden.
Er wordt ondersteld dat de moedertaal van den soldaat de taal is van de gemeente waar hij voor de militie ingeschreven is; doch de belanghebbende die verklaart dat zijn moedertaal de taal van bedoelde gemeente niet is, heeft het recht te vragen om voor een garnizoen of een eenheid met een ander taalstelsel te worden aangewezen.

C. in der Erwägung, dass die Weltwirtschaft von einer schweren und tiefgreifenden Rezession erfasst wurde, die von den Vereinigten Staaten ausgegangen ist, jedoch ihre Wurzeln in der allgemein geteilten Auffassung von führenden Politikern und Unternehmern sowie etablierten Volkswirtschaftlern beiderseits des Atlantiks hat, dass ‚freie Märkte am besten funktionieren’ und dass die ungehinderte Interaktion der Marktkräfte eine effiziente und effektive Zuweisung von Ressourcen gewährleistet,
C. overwegende dat de wereldeconomie te lijden heeft onder een ernstige en diepe recessie, die begonnen is in de Verenigde Staten, maar haar wortels heeft in de algemeen geldende opvatting van vooraanstaande politici en ondernemers en van belangrijke economen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan, dat "vrije markten het best functioneren" en dat een ongehinderde interactie van marktkrachten borg staat voor een efficiënte en effectieve verdeling van hulpbronnen,

Die Völker hoffen darauf, ihre Wurzeln und ihre Identität wiederzufinden und sich gegen die Entwicklungen schützen zu können, die sie ablehnen, die man ihnen jedoch aufzwingen will: die politischen Konstrukte, die sie ihrer Freiheiten berauben, und die finanzielle Globalisierung, die sie ruiniert.
De mensen willen hun wortels en hun identiteit herontdekken en om bescherming te vinden tegen verandering verwerpen ze wat anderen hen willen opleggen: de politieke constructies die hun vrijheden wegnemen en de financiële globalisering die hen ten gronde richt.

Diese Schranken haben ihre Wurzeln jedoch in der historischen Fragmentierung des europäischen Marktes.
Dergelijke barrières vinden hun oorsprong echter in de historische fragmentatie van de Europese markt.

Sie erkennen an, dass die „religiöse Identität ein wesentlicher Teil unserer aller Identität – selbst für unsere nichtgläubigen Mitbürger“ ist, haben es jedoch abgelehnt, unsere christlichen Wurzeln in Ihre Verfassung aufzunehmen, die, und darüber sind wir glücklich, ein für alle mal gestorben ist.
U erkent dat "religieuze identiteit (.) een essentieel onderdeel van de identiteit van ons allen, zelfs van onze niet-gelovige medeburgers" is. Maar u weigerde uw christelijke wortels te erkennen in uw Grondwet, die, gelukkig voor ons, dood en begraven is.

Es wird davon ausgegangen, dass jene Tiere, die von Arten stammen, die bei Menschen, Tieren oder Pflanzen Krankheiten hervorrufen können, die gesundheitsschädlich für Menschen, Tiere oder Pflanzen sind oder umweltschädlich sind, die jedoch ihre pathogene, gesundheitsschädliche oder schädliche Eigenschaft verloren haben, als dem Kriterium (I) genügend betrachtet werden könnten, unter der Bedingung:
dieren afkomstig van species die in staat zijn ziekten te veroorzaken bij de mens, dieren of planten, of schadelijk zijn voor de mens, voor dier- of plantensoorten of nadelige effecten kunnen hebben op het leefmilieu, maar die zelf dit pathogeen, schadelijk of nadelig karakter verloren hebben kunnen voldoen aan criterium i) op voorwaarde :

Es wird davon ausgegangen, dass jene Tiere, die von Arten stammen, die bei Menschen, Tieren oder Pflanzen Krankheiten hervorrufen können, die gesundheitsschädlich für Menschen, Tiere oder Pflanzen sind oder umweltschädlich sind, die jedoch ihre pathogene, gesundheitsschädliche oder schädliche Eigenschaft verloren haben, als dem Kriterium (i) genügend betrachtet werden könnten, unter der Bedingung:
dieren afkomstig van species die in staat zijn ziekten te veroorzaken bij de mens, dieren of planten, of schadelijk zijn voor de mens, voor dier- of plantensoorten of nadelige effecten kunnen hebben op het leefmilieu, maar die zelf dit pathogeen, schadelijk of nadelig karakter verloren hebben kunnen voldoen aan criterium i) op voorwaarde :

« Steht Artikel 171 Absatz 2 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 1989 in der durch Artikel 112 des Gesetzes vom 20. Juli 1991 zur Festlegung sozialer [und verschiedener] Bestimmungen abgeänderten und ab dem Inkrafttreten der vorgenannten Bestimmung bis zum 30. April 1997 geltenden Fassung im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, soweit er bestimmt, dass in Ermangelung der Offenlegung der in den Artikeln 157 bis 159 desselben Gesetzes vorgesehenen Arbeitszeitpläne davon ausgegangen wird, dass die Arbeitnehmer ihre Leistungen im Rahmen eines Arbeitsvertrags für Vollzeitarbeit erbracht haben, ohne dass der Beweis des Gegenteils erbracht werden kann, wohingegen in der gleichen Hypothese davon ausgegangen wird, dass die gleichen Arbeitnehmer ihre Leistungen im Rahmen eines Arbeitsvertrags für Vollzeitarbeit erbracht haben, jedoch ohne dass der Gegenbeweis ausgeschlossen wird, wenn die Beschäftigung in der Zeit vor dem Inkrafttreten von Artikel 161 [zu lesen ist: 112] des vorgenannten Gesetzes vom 20. Juli 1991 und wiederum in der Zeit ab dem 1. Mai 1997 erfolgte?
« Is artikel 171, tweede lid, van de programmawet van 22 december 1989, zoals het werd gewijzigd door artikel 112 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale [en diverse] bepalingen en zoals het van toepassing is vanaf de inwerkingtreding van de voornoemde bepaling tot en met 30 april 1997, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat, bij ontstentenis van openbaarmaking van de werkroosters zoals bedoeld in de artikelen 157 en 159 van dezelfde wet, de werknemers vermoed worden hun prestaties te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid zonder dat het bewijs van het tegendeel kan aangebracht worden, terwijl dezelfde werknemers in dezelfde hypothese vermoed worden hun prestaties te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid doch zonder dat het tegenbewijs wordt uitgesloten, wanneer de tewerkstelling plaatsvond in de periode die tot aan de inwerkingtreding van artikel 161 [lees : 112] van de voornoemde wet van 20 juli 1991 voorafging, en opnieuw in de periode die ingaat op 1 mei 1997 ?

« Steht Artikel 171 Absatz 2 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 1989 in der durch Artikel 112 des Gesetzes vom 20. Juli 1991 zur Festlegung sozialer [und verschiedener] Bestimmungen abgeänderten und ab dem Inkrafttreten der vorgenannten Bestimmung bis zum 30. April 1997 geltenden Fassung im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, soweit er bestimmt, dass in Ermangelung der Offenlegung der in den Artikeln 157 bis 159 desselben Gesetzes vorgesehenen Arbeitszeitpläne davon ausgegangen wird, dass die Arbeitnehmer ihre Leistungen im Rahmen eines Arbeitsvertrags für Vollzeitarbeit erbracht haben, ohne dass der Beweis des Gegenteils erbracht werden kann, wohingegen in der gleichen Hypothese davon ausgegangen wird, dass die gleichen Arbeitnehmer ihre Leistungen im Rahmen eines Arbeitsvertrags für Vollzeitarbeit erbracht haben, jedoch ohne dass der Gegenbeweis ausgeschlossen wird, wenn die Beschäftigung in der Zeit vor dem Inkrafttreten von Artikel 161 [zu lesen ist: 112] des vorgenannten Gesetzes vom 20. Juli 1991 und wiederum in der Zeit ab dem 1. Mai 1997 erfolgte?
« Is artikel 171, tweede lid, van de Programmawet van 22 december 1989, zoals het werd gewijzigd door artikel 112 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale [en diverse] bepalingen en zoals het van toepassing is vanaf de inwerkingtreding van de voornoemde bepaling tot en met 30 april 1997, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat, bij ontstentenis van openbaarmaking van de werkroosters zoals bedoeld in de artikelen 157 en 159 van dezelfde wet, de werknemers vermoed worden hun prestaties te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid zonder dat het bewijs van het tegendeel kan aangebracht worden, terwijl dezelfde werknemers in dezelfde hypothese vermoed worden hun prestaties te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid doch zonder dat het tegenbewijs wordt uitgesloten, wanneer de tewerkstelling plaatsvond in de periode die tot aan de inwerkingtreding van artikel 161 [lees :112] van de voornoemde wet van 20 juli 1991 voorafging, en opnieuw in de periode die ingaat op 1 mei 1997 ?