Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Zu lesen ist Artikel 1288 Absatz 1
Zu lesen ist Artikel 1208 Absatz 1

Vertaling van "artikel 9 des beamtenstatuts festgesetzt wurde " (Duits → Nederlands) :

die Erstattung der für den Umzug seiner persönlichen beweglichen Habe verauslagten Beträge einschließlich der Versicherungskosten zur Deckung einfacher Risiken (beispielsweise Bruch, Diebstahl und Feuer) bis zu dem Höchstbetrag, der für die Beamten des Organs, für das er ernannt wird, gemäß Anhang VII Artikel 9 des Beamtenstatuts festgesetzt wurde.

de vergoeding van de kosten voor de verhuizing van hun persoonlijke inboedel, met inbegrip van verzekeringskosten ter dekking van eenvoudig risico (diefstal, breuk, brand), binnen de grenzen van de plafonds voor de kosten die zijn vastgesteld voor ambtenaren van de instelling bij welke de ambtsdrager is benoemd, overeenkomstig artikel 9 van bijlage VII bij het Statuut.


In Abweichung von Artikel 69 Absatz 4 darf die gesamte Stützung gemäß den in Artikel 68 Absatz 1 Buchstaben a, b und e genannten Maßnahmen auf die Obergrenze begrenzt werden, die für den jeweiligen Mitgliedstaat in Anwendung von Artikel 69 der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 festgesetzt wurde.

In afwijking van artikel 69, lid 4, kan de totale steun in het kader van de in artikel 68, lid 1, onder a), b) en e), bedoelde maatregelen worden beperkt tot het plafond dat conform artikel 69 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 voor de bedoelde lidstaat is vastgesteld.


bei Ablauf der Gültigkeit, wenn gemäß Artikel 3 Absatz 6 der vorliegenden Verordnung oder gemäß Artikel 3 Absatz 5 der Verordnung (EG) Nr. 273/2004 eine Befristung der Gültigkeit festgesetzt wurde.

de datum waarop de geldigheid verstrijkt, indien er overeenkomstig artikel 3, lid 6, van deze verordening of overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 273/2004 een geldigheidsduur is bepaald.


i)►C2 bei Ablauf der Gültigkeit, wenn gemäß Artikel 3 Absatz 7 der vorliegenden Verordnung oder gemäß Artikel 3 Absatz 5 der Verordnung (EG) Nr. 273/2004 eine Befristung der Gültigkeit festgesetzt wurde.

i)►C2 de datum waarop de geldigheid verstrijkt, indien er overeenkomstig artikel 3, lid 7, van deze verordening of overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 273/2004 een geldigheidsduur is bepaald.


« Verstösst Artikel 366 des EStGB 1992 (in der vor seiner Abänderung durch Artikel 24 des Gesetzes vom 15. März 1999 über steuerrechtliche Streitsachen geltenden Fassung) gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er das Recht, Widerspruch gegen eine Steuerveranlagung einzulegen, nur dem Steuerpflichtigen einräumt, auf dessen Namen die Veranlagung festgesetzt wurde, und zwar unter Ausschluss der Dritten, auf deren Namen die Veranlagung nicht festgesetzt wurde, auch wenn ...[+++]

« Schendt artikel 366 WIB 1992 (zoals van toepassing vóór de wijziging door artikel 24 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het het recht om bezwaar in te dienen tegen een belastingaanslag slechts toekent aan de belastingplichtige op wiens naam de aanslag is gevestigd, met uitsluiting van derden op wiens naam de aanslag niet is gevestigd, ook al zijn die derden, zoals de dader, mededader of medeplichtige van het misdrijf van fiscale fraude, uit hoofde van de wet hoofd ...[+++]


« Verstösst Artikel 366 des EStGB 1992 (in der vor seiner Abänderung durch Artikel 24 des Gesetzes vom 15hhhhqMärz 1999 über steuerrechtliche Streitsachen geltenden Fassung) gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er das Recht, Widerspruch gegen eine Steuerveranlagung einzulegen, nur dem Steuerpflichtigen einräumt, auf dessen Namen die Veranlagung festgesetzt wurde, und zwar unter Ausschluss der Dritten, auf deren Namen die Veranlagung nicht festgesetzt wurde, auch wenn ...[+++]

« Schendt artikel 366 WIB 1992 (zoals van toepassing vóór de wijziging door artikel 24 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het het recht om bezwaar in te dienen tegen een belastingaanslag slechts toekent aan de belastingplichtige op wiens naam de aanslag is gevestigd, met uitsluiting van derden op wiens naam de aanslag niet is gevestigd, ook al zijn die derden, zoals de dader, mededader of medeplichtige van het misdrijf van fiscale fraude, uit hoofde van de wet hoofd ...[+++]


- Artikel 366 desselben Gesetzbuches verstösst vor seiner Abänderung durch Artikel 24 des Gesetzes vom 15. März 1999 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insoweit diese Bestimmung das Recht, Beschwerde gegen eine Steuerveranlagung einzulegen, nur dem Steuerpflichtigen einräumt, auf dessen Namen die Veranlagung festgesetzt worden ist, und zwar unter Ausschluss des getrennt lebenden Ehegatten, auf dessen Namen die Veranlagung nicht fe ...[+++]

- Artikel 366 van hetzelfde Wetboek, vóór de wijziging ervan bij artikel 24 van de wet van 15 maart 1999, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling het recht om bezwaar in te dienen tegen een belastingaanslag slechts toekent aan de belastingplichtige ten name van wie de aanslag gevestigd is, met uitsluiting van de feitelijk gescheiden echtgenoot ten name van wie de aanslag niet gevestigd is, terwijl laatstgenoemde, op grond van artikel 394 van hetzelfde Wetboek, gehouden is tot de belastingschuld die ten name van de andere echtgenoot is gevestigd.


- Artikel 267 desselben Gesetzbuches verstösst vor seiner Abänderung durch Artikel 24 des Gesetzes vom 15. März 1999 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insoweit diese Bestimmung das Recht, Beschwerde gegen eine Steuerveranlagung einzulegen, nur dem Steuerpflichtigen einräumt, auf dessen Namen die Veranlagung festgesetzt worden ist, und zwar unter Ausschluss des getrennt lebenden Ehegatten, auf dessen Namen die Veranlagung nicht fe ...[+++]

- Artikel 267 van hetzelfde Wetboek, vóór de wijziging ervan bij artikel 24 van de wet van 15 maart 1999, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre die bepaling het recht om bezwaar in te dienen tegen een belastingaanslag slechts toekent aan de belastingplichtige ten name van wie de aanslag gevestigd is, met uitsluiting van de feitelijk gescheiden echtgenoot ten name van wie de aanslag niet gevestigd is, terwijl laatstgenoemde, op grond van artikel 295 van hetzelfde Wetboek, gehouden is tot de belastingschuld die ten name van de andere echtgenoot is gevestigd.


a) werden der Ankaufspreis der in Unterabsatz 1 genannten Restmengen sowie der Preis des daraus gewonnenen und der Interventionsstelle gelieferten Alkohols um einen Betrag verringert, der der Beihilfe entspricht, die für die betreffende Destillation für neutralen Alkohol gemäß Artikel 48 Absatz 1 Buchstabe a) Ziffer i) und Artikel 56 Buchstabe a) dieser Verordnung festgesetzt wurde,

a) worden de aankoopprijs voor de in de eerste alinea bedoelde ontbrekende hoeveelheid en de prijs voor de daaruit verkregen en aan het interventiebureau geleverde alcohol verlaagd met een bedrag dat gelijk is aan de overeenkomstig artikel 48, lid 1, onder a), punt i), en artikel 56, onder a), van deze verordening voor de betrokken distillatie vastgestelde steun voor neutrale ...[+++]


Während bei der öffentlichen Klage die Verjährungsfrist auf zehn Jahre, drei Jahre (durch das Gesetz vom 24. Dezember 1993 auf fünf Jahre verlängert) bzw. sechs Monate vom Tag der Begehung des Deliktes an, je nachdem, ob es sich um ein Verbrechen, ein Vergehen oder eine Ubertretung handelt, und auf ein Jahr, falls ein Vergehen in eine Ubertretung umgewandelt wird, festgesetzt wurde, wurde die Verjährungsfrist der Zivilklage auf fünf Jahre vom Tag der Begehung des Deliktes an festgesetzt, ohne ...[+++]

Terwijl voor de strafvordering de verjaringstermijn werd bepaald op tien jaar, drie jaar (door de wet van 24 december 1993 op vijf jaar gebracht) of zes maanden te rekenen vanaf de dag waarop het misdrijf is gepleegd, naargelang het een misdaad, wanbedrijf of overtreding betreft, en op één jaar ingeval een wanbedrijf wordt omgezet in een overtreding, werd de verjaringstermijn van de burgerlijke vordering bepaald op vijf jaar te rekenen vanaf de dag waarop het misdrijf is gepleegd, zonder dat zij echter verjaart vóór de strafvordering, met behoud van de schorsing van de verjaring van de tijdig ingestelde burgerlijke vordering en met invoe ...[+++]


w