Vertaling van "artikel 71 zahlungen " (Duits → Nederlands) :

Wenn jedoch die Mitgliedstaaten gemäß Artikel 71 der Richtlinie 2014/24/EU und Artikel 88 der Richtlinie 2014/25/EU Direktzahlungen an Unterauftragnehmer vorsehen, sollte die in den Auftragsunterlagen festzulegende Vereinbarungen Bestimmungen darüber enthalten, ob die elektronischen Rechnungsstellung für Zahlungen an die Unterauftragnehmer zu verwenden ist, oder nicht.
Wanneer de lidstaten overeenkomstig artikel 71 van Richtlijn 2014/24/EU en artikel 88 van Richtlijn 2014/25/EU voorzien in de mogelijkheid van rechtstreekse betaling aan onderaannemers, moet de in de aanbestedingsstukken vast te stellen regeling bepalingen bevatten over het al dan niet gebruiken van elektronische facturering bij de betaling van onderaannemers.

unbeschadet des Artikels 71 Absatz 1 Buchstabe c Zahlungen des Käufers für das Recht auf Vertrieb oder Wiederverkauf der eingeführten Waren, wenn diese Zahlungen nicht eine Bedingung für den Verkauf der eingeführten Waren zur Ausfuhr in die Union sind.
onverminderd artikel 71, lid 1, onder c), door de koper verrichte betalingen ter verkrijging van het recht tot distributie of wederverkoop van de ingevoerde goederen, indien deze betalingen geen voorwaarde zijn voor de verkoop van de goederen voor uitvoer naar de Unie.

Die Mitgliedstaaten können nach Ablauf des Termins von Artikel 71 Zahlungen vornehmen, wenn dies zur Anwendung dieses Absatzes erforderlich ist.
De lidstaten mogen na de in artikel 71 vastgestelde termijn betalingen verrichten, indien dat voor de toepassing van dit lid noodzakelijk is.

(2) Hat ein Mitgliedstaat die Betriebsprämienregelung 2005 angewendet, so gelten — unbeschadet von Artikel 71 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 — für die Festsetzung des Betrags und die Bestimmung der Zahlungsansprüche 2006 im Rahmen der Einbeziehung der Zahlungen für Tabak, Olivenöl, Baumwolle und Hopfen in die Betriebsprämienregelung die Artikel 37 und 43 derselben Verordnung vorbehaltlich der mit Artikel 48d und, falls der Mitgliedstaat von der Möglichkeit gemäß Artikel 59 der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 Gebrauch gemacht hat, mit Artikel 48e der vorliegenden Verordnung festgelegten Vorschriften.
2. Indien de lidstaat de bedrijfstoeslagregeling in 2005 heeft toegepast, geldt onverminderd artikel 71, lid 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 het volgende voor de bepaling van het bedrag en het aantal van de toeslagrechten in 2006 in het kader van de integratie van de betalingen voor tabak, olijfolie en katoen in de bedrijfstoeslagregeling: de artikelen 37 en 43 van de genoemde verordening zijn van toepassing behoudens het bepaalde in artikel 48 quinquies van de onderhavige verordening en in het geval dat de lidstaat gebruik heeft gemaakt van de bij artikel 59 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 geboden mogelijkheid, is dat artikel van toepassing behoudens het bepaalde in artikel 48 sexies van de onderhavige verordening.

(2) Hat ein Mitgliedstaat die Betriebsprämienregelung 2005 angewandt, so gelten — unbeschadet von Artikel 71 Absatz 1 Unterabsatz 3 der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 — für die Festsetzung des Betrags und die Bestimmung der Zahlungsansprüche im Rahmen der Einbeziehung der Zahlungen für Tabak, Olivenöl und Baumwolle und der Stützung für Zuckerrüben, Zuckerrohr und Zichorien in die Betriebsprämienregelung die Artikel 37 und 43 derselben Verordnung, vorbehaltlich der mit Artikel 48d und, falls der Mitgliedstaat von der Möglichkeit gemäß Artikel 59 der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 Gebrauch gemacht hat, mit Artikel 48e der vorliegenden Verordnung festgelegten Vorschriften.
2. Indien de lidstaat de bedrijfstoeslagregeling in 2005 heeft toegepast, geldt onverminderd artikel 71, lid 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 het volgende voor de bepaling van het bedrag en het aantal van de toeslagrechten in het kader van de integratie van de betalingen voor tabak, olijfolie en katoen en de steun voor suikerbieten, suikerriet en cichorei in de bedrijfstoeslagregeling: de artikelen 37 en 43 van de genoemde verordening zijn van toepassing behoudens het bepaalde in artikel 48 quinquies van de onderhavige verordening en in het geval dat de lidstaat heeft gebruikgemaakt van de bij artikel 59 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 geboden mogelijkheid, is dat artikel van toepassing behoudens het bepaalde in artikel 48 sexies van de onderhavige verordening.

2. begrüßt die erheblichen Fortschritte, die dabei erzielt wurden, die Zahl der Bereiche, die im Rahmen der Gesetzgebungskompetenzen dem Mitentscheidungsverfahren unterliegen, zu erhöhen; erinnert jedoch daran, dass zahlreiche entscheidende Politikbereiche der Europäischen Union immer noch dem Verfahren der Konsultation unterliegen, insbesondere Kapital- und Zahlungsverkehr (III-43.3), Maßanhmen in Bezug auf Kapitalbewegungen und Zahlungen im Zusammenhang mit der Bekämpfung von organisierter Kriminalität, Terorismus und Menschenhandel,Wettbewerbspolitik (III-49 und III-55), Steuern (III-59.1, III-59.2 und III-60), Angleichung der Rechtsvorschriften (III-61) sowie Währungspolitik (III-75.2 und III-90.2); vertritt die Auffassung, dass die Mitentscheidung auch auf diese Bereiche ausgedehnt werden sollte; bedauert insbesondere den Übergang vom Verfahren der Zusammenarbeit auf das der Konsultation des Europäischen Parlaments in Bezug auf Artikel III-71, III-72 und III-75;
2. is ingenomen met de enorme vooruitgang die is geboekt met betrekking tot de uitbreiding van het aantal terreinen van de wetgevende bevoegdheden waarvoor de medebeslissingsprocedure geldt, maar herinnert eraan dat een groot aantal van de belangrijkste vormen van Europees beleid nog steeds onder de raadplegingsprocedure vallen, met name voor wat betreft kapitaal en betalingen (III-43, lid 3),maatregelen met betrekking tot het kapitaal- en betalingsverkeer in verband met de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, terrorisme en mensensmokkel, mededingingsbeleid (III-49 en III-55), belastingen (III-59, lid 1, III-59, lid 2 en III-60), onderlinge aanpassing van de wetgevingen (III-61), en monetair beleid (III-75, lid 2 en III-90, lid 2); is van mening dat de medebeslissingsprocedure ook tot die terreinen moet worden uitgebreid; betreurt met name dat voor wat betreft de artikelen III-71, 72 en 75 wordt overgestapt van de samenwerkingsprocedure op raadpleging van het Europees Parlement;

« Verstösst Artikel 71 § 1 Nr. 3 in Verbindung mit Artikel 71 § 2 Absatz 2 EStGB (alt), soweit diese Gesetzesbestimmungen implizieren, dass Unterhaltsbeiträge, die ein Steuerpflichtiger infolge einer rückwirkenden gerichtlichen Entscheidung in einem späteren Besteuerungszeitraum geleistet hat als demjenigen, auf den sich diese Unterhaltsbeiträge beziehen, nicht von seinen Nettoeinkünften abgezogen werden dürfen, wenn diese Zahlung bzw. Zahlungen vor dem Veranlagungsjahr 1992, d.h. vor dem 1. Januar 1991 erfolgt sind, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung?
« Schendt artikel 71, § 1, 3, juncto 71, § 2, alinea 2, W.I. B./oud, in zover deze wetsbepalingen inhouden dat onderhoudsbijdragen, die een belastingplichtige betaald heeft in een later belastbaar tijdperk dan dat waarop deze onderhoudsbijdragen betrekking hebben ingevolge een gerechtelijke beslissing met terugwerkende kracht, niet mogen afgetrokken worden van diens netto-inkomsten, indien deze betaling(en) gebeurde(n) vóór het aanslagjaar 1992 m.a.w. voor 1 januari 1991, de artikelen 10 en 11 van de grondwet ?

71. verweist auf die Empfehlungen des Europäischen Rechnungshofs, wonach die Zahlungen im Zusammenhang mit Reise- und Aufenthaltskosten und -vergütungen den tatsächlichen Reisekosten und der tatsächlichen Reisezeit entsprechen sollten; weist darauf hin, dass diese Regelung von der Verwaltung bereits angewandt wird, sobald ein Mitglied an Sitzungen außerhalb des Hoheitsgebiets der Europäischen Gemeinschaft teilnimmt (Artikel 3 der Kostenerstattungs- und Vergütungsregelung für die Mitglieder);
71. wijst op de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer dat vergoedingen die gegeven worden voor reis- en verblijfskosten dienen overeen te komen met de werkelijke reiskosten en de reële verblijfstijd; wijst erop dat dit systeem al door de administratie wordt toegepast bij vergaderingen van leden buiten het grondgebied van de Europese Unie (artikel 3 van de regeling onkosten en vergoedingen van de leden);

« Verstösst Artikel 71 § 1 Nr. 3 in Verbindung mit Artikel 71 § 2 Absatz 2 EStGB (alt), soweit diese Gesetzesbestimmungen implizieren, dass Unterhaltsbeiträge, die ein Steuerpflichtiger infolge einer rückwirkenden gerichtlichen Entscheidung in einem späteren Besteuerungszeitraum geleistet hat als demjenigen, auf den sich diese Unterhaltsbeiträge beziehen, nicht von seinen Nettoeinkünften abgezogen werden dürfen, wenn diese Zahlung bzw. Zahlungen vor dem Veranlagungsjahr 1992, d.h. vor dem 1. Januar 1991 erfolgt sind, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung?
« Schendt artikel 71, § 1, 3°, juncto 71, § 2, alinea 2, W.I. B./oud, in zover deze wetsbepalingen inhouden dat onderhoudsbijdragen, die een belastingplichtige betaald heeft in een later belastbaar tijdperk dan dat waarop deze onderhoudsbijdragen betrekking hebben ingevolge een gerechtelijke beslissing met terugwerkende kracht, niet mogen afgetrokken worden van diens netto-inkomsten, indien deze betaling(en) gebeurde(n) vóór het aanslagjaar 1992 m.a.w. voor 1 januari 1991, de artikelen 10 en 11 van de grondwet ?