2. Die zuständige Behörde kann abweichend von den Abschnitten 1 und 2 gemäß den Bedingungen nach Absatz 3 dieses Artikels die Verfütterung von Material der Kategorie 1 gemäß Artikel 11 Buchstabe b Ziffer ii an Zootiere und gefährdete oder geschützte Arten aasfressender Vögel, die in ihrem natürlichen Habitat leben, zulassen.
2. In afwijking van de afdelingen 1 en 2, en onder overeenkomstig lid 3 van dit artikel vastgestelde voorwaarden, mag de bevoegde autoriteiten toestaan dat categorie 1-materiaal als bedoeld in artikel 11, punt b), onder ii), wordt vervoederd aan dierentuindieren en aan met uitsterven bedreigde of beschermde aasetende vogelsoorten die in hun natuurlijke habitat leven.