Traduction de «anwendung pro arbeitnehmer durchzusetzen » (Allemand → Néerlandais) :

Im Zuge der Überarbeitung solle versucht werden, die Anwendung pro Arbeitnehmer durchzusetzen und die Ausnahme für „Personen mit selbständiger Entscheidungsbefugnis“ enger zu fassen.
Bij de herziening moet worden getracht de toepassing van de voorschriften per werknemer te handhaven en de afwijking voor "autonome werknemers" aan strengere regels te onderwerpen.

« Der Arbeitgeber muss einen Sonderbeitrag von 33 % auf die einmaligen ergebnisgebundenen Vorteile entrichten, die gewährt werden in Anwendung von Kapitel II des Gesetzes vom 21. Dezember 2007 über die Ausführung des überberuflichen Abkommens 2007-2008 und von Titel XIII einziges Kapitel ' Einführung eines Systems einmaliger ergebnisgebundener Vorteile für autonome öffentliche Unternehmen ' des Gesetzes vom 24. Juli 2008 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (I), und dies bis zu einem Höchstbetrag von 3.100 EUR pro Kalenderjahr und pro Arbeitnehmer bei jedem Arbeitgeber, der den Arbeitnehmer beschäftigt.
« De werkgever is een bijzondere bijdrage van 33 % verschuldigd op het bedrag van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen die worden toegekend met toepassing van hoofdstuk II van de wet van 21 december 2007 betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008, en van Titel XIII, Enig Hoofdstuk ' Invoering van een stelsel van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen voor de autonome overheidsbedrijven ' van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I), en dit ten belope van een plafond van 3 100 euro per kalenderjaar, per werknemer bij elke werkgever die hem in dienst heeft.

"Die für die Anwendung der in Artikel 10 erwähnten Quoten zu berücksichtigende Anzahl von behinderten beschäftigten Arbeitnehmern wird pro Quartal bestimmt unter Berücksichtigung der behinderten Arbeitnehmer, die während des Quartals mindestens 62 Stunden entlohnte Arbeit zu einem Satz, der nicht unter dem vorgeschriebenen Minimum liegt, geleistet haben".
"Het aantal tewerkgestelde minder-valide werknemers, in aanmerking te nemen voor de toepassing van de quota bepaald in artikel 10, wordt per kwartaal vastgesteld, rekening houdend met de minder-valide werknemers die gedurende het kwartaal ten minste 62 arbeidsuren hebben gepresteerd, betaald aan een loon dat niet lager ligt dan het voorgeschreven minimum".

Sie bemängeln, dass die angefochtene Bestimmung keinerlei Anwendung auf Arbeitnehmer und Freiberufler beinhalte und insbesondere keine Änderung des Pauschalabzugs für den Verkehr zwischen Wohnung und Arbeitsplatz in Höhe von 0,15 Euro pro Kilometer vorsehe.
Zij klagen aan dat de bestreden bepaling geen enkele aanpassing inhoudt voor werknemers en beoefenaars van vrije beroepen en inzonderheid geen wijziging behelst van de forfaitaire aftrek voor woon-werkverkeer van 0,15 euro per kilometer.

Zur Anwendung von Artikel 24 Nr. 1 wird vorausgesetzt, dass eine Arbeitszeitregelung von 5 Tagen pro Woche für diese Arbeitnehmer gilt und dass sie, ungeachtet ihrer Leistungen, als Teilzeitarbeitnehmer angegeben werden mit einer Referenzperson - einer vollzeitig tätigen Tagesmutter bzw. eines vollzeitig tätigen Tagesvaters -, von der angenommen wird, dass ihre Leistungen 38 Stunden pro Woche betragen.
Voor de toepassing van artikel 24, 1°, wordt verondersteld dat een werktijdregeling van 5 dagen per week voor deze werknemers geldt en dat zij, ongeacht hun prestaties, aangegeven zijn als deeltijdse werknemers met een referentiepersoon, voltijdse onthaalouder, van wie wordt verondersteld dat zijn prestaties 38 uren per week bedragen.

42. ersucht sowohl die Kommission als auch die Mitgliedstaaten, die Rahmenrichtlinie und die geltenden Bestimmungen für Gesundheit und Sicherheit uneingeschränkt und unabhängig von ihrem Rechtsstatus auf alle Arbeitnehmer anzuwenden und durchzusetzen und die für bestimmte Risikoberufe geltenden Rechtsvorschriften zu ändern, sofern sie sich als unzureichend erwiesen haben, wobei auch diejenigen zu berücksichtigen sind, die oft unbeachtet bleiben, wie landwirtschaftliche Arbeitskräfte, Gesundheitspersonal, Berufskraftfahrer, Hausangestellte und Heimarbeiter sowie gegebenenfalls die Angehörigen des Militärs; fordert ferner die uneingeschränkte Anwendung und Durchsetzung der Richtlinie 2000/78/EG des Rates vom 27. November 2000 zur Festlegung eines allgemeinen Rahmens für die Verwirklichung der Gleichbehandlung in Beschäftigung und Beruf ; ersucht sie ebenfalls, alle verfügbaren Möglichkeiten für eine Ausdehnung der EU-Bestimmungen für Gesundheit und Sicherheit auf Selbständige sowie auf betreute Arbeitsstätten, in denen Behinderte beschäftigt werden, zu prüfen;
42. verzoekt zowel de Commissie als de lidstaten de kaderrichtlijn en de bestaande bepalingen op het gebied van gezondheid en veiligheid onverkort en onafhankelijk van hun juridische status toe te passen op alle werknemers en de bestaande wetgeving voor bepaalde risicoberoepen aan te passen als ze ondoeltreffend gebleken is, ook voor vaak veronachtzaamde groepen als landarbeiders, werknemers in de gezondheidszorg, beroepschauffeurs, huishoudelijk personeel, thuiswerkers en het leger, indien nodig, en de onverkorte toepassing en naleving te waarborgen van Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep ; vraagt de Commissie en de lidstaten tevens om alle beschikbare opties te overwegen om de EU-bepalingen op het gebied van gezondheid en veiligheid uit te breiden tot zelfstandigen en beschermde werkvoorziening voor mensen met een handicap;

43. ersucht sowohl die Kommission als auch die Mitgliedstaaten, die Rahmenrichtlinie und die geltenden Bestimmungen für Gesundheit und Sicherheit uneingeschränkt und unabhängig von ihrem Rechtsstatus auf alle Arbeitnehmer anzuwenden und durchzusetzen und die für bestimmte Risikoberufe geltenden Rechtsvorschriften zu ändern, sofern sie sich als unzureichend erwiesen haben, wobei auch diejenigen zu berücksichtigen sind, die oft unbeachtet bleiben, wie landwirtschaftliche Arbeitskräfte, Gesundheitspersonal, Berufskraftfahrer, Hausangestellte und Heimarbeiter sowie gegebenenfalls die Angehörigen des Militärs; fordert ferner die uneingeschränkte Anwendung und Durchsetzung der Richtlinie 2000/78/EG zur Festlegung eines allgemeinen Rahmens für die Verwirklichung der Gleichbehandlung in Beschäftigung und Beruf; ersucht sie ebenfalls, alle verfügbaren Möglichkeiten für eine Ausdehnung der EU-Bestimmungen für Gesundheit und Sicherheit auf Selbständige sowie auf betreute Arbeitsstätten, in denen Behinderte beschäftigt werden, zu prüfen;
43. verzoekt zowel de Commissie als de lidstaten de kaderrichtlijn en de bestaande bepalingen op het gebied van gezondheid en veiligheid onverkort en onafhankelijk van hun juridische status toe te passen op alle werknemers en de bestaande wetgeving voor bepaalde risicoberoepen aan te passen als ze ondoeltreffend gebleken is, ook voor vaak veronachtzaamde groepen als landarbeiders, werknemers in de gezondheidszorg, beroepschauffeurs, huishoudelijk personeel, thuiswerkers en het leger, indien nodig, en de onverkorte toepassing en naleving te waarborgen van de richtlijn tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in werkgelegenheid en beroep (Richtlijn 2000/78/EG); vraagt hun tevens om alle beschikbare opties te overwegen om de EU-bepalingen op het gebied van gezondheid en veiligheid uit te breiden tot zelfstandigen en beschermde werkvoorziening voor mensen met een handicap;

Wenn der Strafrichter feststellt, dass für eine oder mehrere Personen den Bestimmungen des Gesetzes vom 27. Juni 1969 nicht entsprochen wurde, verhängt er in Anwendung von Absatz 1 von Artikel 35 eine Gefängnisstrafe von acht Tagen bis zu drei Monaten und/oder eine Geldstrafe von 26 bis 500 Franken pro Arbeitnehmer.
Wanneer de strafrechter vaststelt dat een of meer personen niet aan de toepassing van de wet van 27 juni 1969 worden onderworpen, spreekt hij, met toepassing van het eerste lid van artikel 35, een gevangenisstraf uit van acht dagen tot drie maanden en/of een boete van 26 tot 500 frank per werknemer.

« Verstösst Artikel 35 Absatz 4 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 [zur Revision des Gesetzeserlasses vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer], dahingehend ausgelegt, dass er den Strafrichter - neben Absatz 2, der ihm die Verpflichtung auferlegt, den Arbeitgeber von Amts wegen dazu zu verurteilen, dem Landesamt für Soziale Sicherheit den Betrag der Beiträge, Beitragszuschläge und Verzugszinsen, die nicht an das Landesamt überwiesen worden sind, zu bezahlen - dazu verpflichtet, den Arbeitgeber von Amts wegen dazu zu verurteilen, dem Landesamt für Soziale Sicherheit eine Vergütung, die dem Dreifachen der hinterzogenen Beträge entspricht, zu bezahlen, ohne dass diese Vergütung weniger als 51 000 Franken pro Beschäftigten, und zwar pro Monat oder Teil eines Monats, betragen darf, als zivilrechtliche Sanktion, mit der damit einhergehenden Unmöglichkeit, sie mit einer Massnahme der Aussetzung oder des Aufschubs zu verbinden bzw. ihre Anwendung abzulehnen, wenn die verhängte Strafe diejenige ist, die in einem anderen Gesetzestext vorgesehen ist, in Anwendung von Artikel 65 des Strafgesetzbuches, wohingegen vor dem Zivilrichter derselbe Arbeitgeber nicht zur Bezahlung der hinterzogenen Beiträge, Beitragszuschläge und Verzugszinsen an das Landesamt für Soziale Sicherheit verurteilt werden würde, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung?
« Schendt artikel 35, vierde lid, van de wet van 27 juni 1969 [tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders], zo geïnterpreteerd dat het de strafrechter, naast het tweede lid, dat hem de verplichting oplegt de werkgever ambtshalve te veroordelen tot betaling aan de R.S.Z. van het bedrag van de bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlinteresten die niet aan de Dienst zijn gestort, verplicht de werkgever ambtshalve te veroordelen tot betaling aan de R.S.Z. van een vergoeding gelijk aan het drievoud van de ontdoken bijdragen zonder dat dit bedrag minder dan 51 000 frank per tewerkgestelde persoon en dit per maand of fractie ervan mag bedragen, als een sanctie van burgerlijke aard, met als gevolg de onmogelijkheid ze vergezeld te laten gaan van een maatregel van opschorting of uitstel, ze te weren wanneer de uitgesproken straf die is waarin een andere tekst voorziet met toepassing van artikel 65 van het Strafwetboek, terwijl voor de burgerlijke rechter de genoemde werkgever niet zou zijn veroordeeld tot betaling aan de R.S.Z. van de ontdoken bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlinteresten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?