Gemäß Artikel 3 § 2 des Erlasses der Flämischen Regierung vom 1. Juli 1997 « zur Ausführung des Dekrets vom 19. April 1995 zur Festlegung von Maßnahmen zur Bekämpfung und Verhütung von Nichtbenutzung und Verwahrlosung von Gewerbebetriebsgeländen » wird eine Wohnung als gegenüber dem Gewerbebetriebsgelände trennbar betrachtet, wenn sie nach dem Abriss der Betriebsräume als getrennte vollwertige Wohnung betrachtet werden kann, die den bauphysikalischen Ansprüchen gerecht wird.
Volgens artikel 3, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 1997 « tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten », wordt een woning als afsplitsbaar beschouwd ten opzichte van de bedrijfsruimte indien zij na sloping van de bedrijfsruimte als een afzonderlijke volwaardige woning kan worden beschouwd die voldoet aan de bouwfysische vereisten.