(11) Werden Nicht-Unionswaren, die im Rahmen eines Versandverfahrens befördert werden, bei einer Bestimmungszollstelle im Zollgebiet der Union gestellt, so sind die Angaben zu dem betreffenden Versandverfahren für die Zwecke der Absätze 1 bis 10 als Anmeldung zur vorübergehenden Verwahrung anzusehen, sofern sie den diesbezüglichen Anforderungen genügen.
11. Voor de doeleinden van de leden 1 tot en met 10 worden, voor niet-Uniegoederen die onder een regeling voor douanevervoer zijn vervoerd en bij de douane worden aangebracht bij een kantoor van bestemming binnen het douanegebied van de Unie, de gegevens over het vervoer beschouwd als aangifte tot tijdelijke opslag, voor zover zij aan de eisen voldoen.