Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «angefochtenen verordnung ohne » (Allemand → Néerlandais) :

Dritter Klagegrund: Erlass der angefochtenen Verordnung ohne Vorschlag der Kommission oder grundlegende Verfälschung des Charakters des Kommissionsvorschlags (fr. dénaturation) (Verstoß gegen Art. 17 EUV und Art. 43 Abs. 3 AEUV), da die Aufteilung des Kommissionsvorschlags durch den Rat und die nachfolgende Änderung der Rechtsgrundlage für einen Teil unter Verletzung des ausschließlichen Initiativrechts der Kommission zu einer grundlegenden Änderung des Charakters des Kommissionsvorschlags geführt habe.

derde middel: vaststelling van de bestreden verordening zonder een voorstel van de Commissie of na fundamentele wijziging van de aard van het voorstel van de Commissie (in het Frans: „dénaturation”) (schending van artikel 17 VEU en artikel 43, lid 3, VWEU), aangezien het opdelen van het voorstel door de Raad en de daaropvolgende wijziging van de rechtsgrondslag van een deel daarvan heeft geleid tot een fundamentele verandering in de aard van het voorstel van de Commissie, hetgeen in strijd is met haar exclusieve initiatiefrecht.


Art. 78 Abs. 3 AEUV ermächtige den Rat nicht zum Erlass von Rechtsakten mit Gesetzescharakter wie den im angefochtenen Beschluss enthaltenen Maßnahmen, namentlich wenn sie mit verbindlicher Wirkung von einem Gesetzgebungsakt, vorliegend der Verordnung (EU) Nr. 604/2013 (2), abwichen. Der angefochtene Beschluss stelle inhaltlich einen Gesetzgebungsakt dar, weil er Abweichungen von der Verordnung Nr. 604/2013 anordne; deshalb hätte er nicht auf der Grundlage von Art. 78 Abs. 3 AEUV erlassen werden dürfen; diese Vorschrift ermächtige d ...[+++]

Artikel 78, lid 3, VWEU verleent de Raad niet de bevoegdheid om een wetgevende handeling vast te stellen, dat wil zeggen om maatregelen vast te stellen zoals die welke in het bestreden besluit zijn vervat, namelijk maatregelen die dwingend afwijken van een wetgevende handeling, in casu verordening (EU) nr. 604/2013 (2). Het bestreden besluit is inhoudelijk een wetgevende handeling, aangezien het afwijkt van verordening nr. 604/2013, en kon dus niet worden vastgesteld op grond van artikel 78, lid 3, VWEU, dat de Raad slechts de bevoegdheid verleent om handelingen vast te stellen buiten het kader van een wetgevingsprocedure, dat wil zeggen ...[+++]


Nach einer Analyse der oben genannten Stellungnahmen wird bestätigt, dass die Nichtigerklärung der angefochtenen Verordnung in Bezug auf Novatex, soweit der endgültige Ausgleichszoll den Zoll übersteigt, der ohne den vom Gericht festgestellten Fehler anwendbar gewesen wäre, nicht die Nichtigkeit des gesamten vor dem Erlass jener Verordnung durchgeführten Verfahrens nach sich ziehen sollte.

Na analyse van de bovenstaande opmerkingen wordt bevestigd dat de nietigverklaring van de betwiste verordening ten aanzien van Novatex, voor zover het definitief compenserend recht hoger was dan het recht dat van toepassing zou zijn indien de door het Hof opgemerkte vergissing niet was gemaakt, niet de nietigverklaring van de hele procedure vóór de vaststelling van die verordening tot gevolg heeft.


Am 11. Oktober 2012 stellte das Gericht in seinem Urteil in der Rechtssache T-556/10 („EuG-Urteil“) fest, dass durch die Nichtberücksichtigung der Zahl, die sich aus der Änderung von Zeile 74 der Einkommensteuererklärung des betroffenen Unternehmens für das Steuerjahr 2008 ergab, durch Kommission und Rat und den daraus resultierenden Fehler die Rechtmäßigkeit des Artikels 1 der angefochtenen Verordnung beeinträchtigt wurde, soweit der vom Rat festgesetzte endgültige Ausgleichszoll den Zoll übersteigt, der ohne den Fehler anwendbar ge ...[+++]

Op 11 oktober 2012 heeft het Gerecht in zijn arrest in zaak T-556/10 („het arrest van het Gerecht”) gesteld dat het feit dat de Commissie en de Raad geen rekening hebben gehouden met het bedrag dat resulteert uit de herziening van lijn 74 van de aangifte van inkomsten voor het aanslagjaar 2008 van de betrokken onderneming en de daaruit voortvloeiende fout de wettigheid van artikel 1 van de betwiste verordening aantastten voor zover het door de Raad vastgestelde definitief compenserend recht hoger is dan het recht dat van toepassing zou zijn indien deze vergissing niet was gemaakt.


Daher erklärte das Gericht Artikel 1 der angefochtenen Verordnung, soweit Novatex betroffen war, für nichtig, soweit der endgültige Ausgleichszoll den Zoll übersteigt, der ohne den Fehler anwendbar gewesen wäre.

Bijgevolg heeft het Gerecht artikel 1 van de betwiste verordening nietig verklaard voor zover het Novatex betrof en voor zover het definitief compenserend recht hoger was dan het recht dat van toepassing zou zijn indien deze vergissing niet was gemaakt.


Zum vierten Klagegrund, mit dem eine Verletzung der Verteidigungsrechte geltend gemacht wurde, hat das Gericht in Randnr. 36 des angefochtenen Urteils ausgeführt, es sei unstreitig, dass der Rat den streitigen Beschluss erlassen habe, ohne der PMOI zuvor die seiner Meinung nach ihren Verbleib auf der Liste nach Art. 2 Abs. 3 der Verordnung Nr. 2580/2001 rechtfertigenden neuen Informationen oder Aktenstücke zur Kenntnis zu bringen, ...[+++]

Met betrekking tot het vierde middel, betreffende schending van de rechten van de verdediging, heeft het Gerecht in punt 36 van het bestreden arrest vastgesteld dat vaststond dat de Raad het litigieuze besluit had vastgesteld zonder de PMOI eerst de nieuwe informatie of de nieuwe dossierelementen mee te delen die volgens hem haar handhaving op de in artikel 2, lid 3, van verordening nr. 2580/2001 bedoelde lijst rechtvaardigden, namelijk die welke betrekking hadden op het gerechtelijk onderzoek dat de afdeling antiterreur van het openbaar ministerie van het Tribunal de grande instance de Paris in april 2001 had ingeleid en op de twee bijk ...[+++]


Da das Gericht im Übrigen angenommen hat, dass Freixenet ohne Weiteres Gelegenheit gehabt habe, zu den Abbildungen der in den Entscheidungen der Vierten Beschwerdekammer des HABM angeführten Flaschen Stellung zu nehmen, hat das Gericht in Randnr. 48 der angefochtenen Urteile entschieden, dass Freixenet insoweit nicht mit Erfolg eine Verletzung von Art. 73 Satz 2 der Verordnung Nr. 40/94 rügen könne.

Na te hebben vastgesteld dat Freixenet in de gelegenheid was gesteld om opmerkingen te maken ten aanzien van de afbeeldingen van de flessen die in de beslissingen van de vierde kamer van beroep van het BHIM waren aangehaald in de litigieuze beslissingen, heeft het Gerecht in de punten 48 van deze arresten bovendien geoordeeld dat zij dienaangaande dus geen schending van artikel 73, tweede volzin, van verordening nr. 40/94 kon inroepen.


Daher konnte das Gericht in Randnummer 39 des angefochtenen Urteils, ohne die in den Randnummern 21 und 22 des angefochtenen Urteils zusammengefassten Beweismittel zu verfälschen, zu dem Ergebnis kommen, dass mit diesen die Unterscheidungskraft der fraglichen Marken im Sinne von Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 nicht nachgewiesen werde, sondern lediglich belegt werden könne, dass diese Marken möglicherweise nach Artikel 7 Absatz 3 der Verordnung Nr. 40/94 infolge ihrer B ...[+++]

Zonder daarmee blijk te geven van een onjuiste opvatting van de bewijselementen kon het Gerecht in deze omstandigheden in punt 39 van het bestreden arrest oordelen dat uit de in de punten 21 en 22 daarvan samengevatte bewijselementen niet bleek dat de aangevraagde merken onderscheidend vermogen in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 hadden en dat zij enkel konden strekken tot het bewijs dat deze merken onderscheidend vermogen konden krijgen door het gebruik dat ervan zou worden gemaakt in de zin van artikel 7, lid 3, van dezelfde verordening.


Daher konnte das Gericht in Randnummer 39 des angefochtenen Urteils, ohne die in den Randnummern 21 und 22 des angefochtenen Urteils zusammengefassten Beweismittel zu verfälschen, zu dem Ergebnis kommen, dass mit diesen die Unterscheidungskraft der fraglichen Marken im Sinne von Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 nicht nachgewiesen werde, sondern lediglich belegt werden könne, dass diese Marken möglicherweise nach Artikel 7 Absatz 3 der Verordnung Nr. 40/94 infolge ihrer B ...[+++]

Zonder daarmee blijk te geven van een onjuiste opvatting van de bewijselementen kon het Gerecht in deze omstandigheden in punt 39 van het bestreden arrest oordelen dat uit de in de punten 21 en 22 daarvan samengevatte bewijselementen niet bleek dat de aangevraagde merken onderscheidend vermogen in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 hadden en dat zij enkel konden strekken tot het bewijs dat deze merken onderscheidend vermogen konden krijgen door het gebruik dat ervan zou worden gemaakt in de zin van artikel 7, lid 3, van dezelfde verordening.


64 Das Gericht hat in Randnummer 31 des angefochtenen Urteils ausgeführt, dass Marken ohne Unterscheidungskraft im Sinne von Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 „insbesondere Marken [sind], die aus der Sicht der maßgeblichen Verkehrskreise im geschäftlichen Verkehr gewöhnlich für die Präsentation der betreffenden Waren oder Dienstleistungen verwendet werden oder von denen zumindest aufgrund konkreter Hinweise an ...[+++]

64 In punt 31 van het bestreden arrest heeft het Gerecht geoordeeld dat merken zonder onderscheidend vermogen in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 „inzonderheid [...] merken [zijn] die vanuit het oogpunt van het relevante publiek gewoonlijk in de handel worden gebruikt voor de voorstelling van de betrokken waren of diensten, of waarvoor er op zijn minst concrete aanwijzingen bestaan waaruit kan worden opgemaakt dat de merken op deze wijze kunnen worden gebruikt”.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'angefochtenen verordnung ohne' ->

Date index: 2022-01-26
w