(1) Unbeschadet des Artikels 98 Absätze 3 und 5 der Verordnung (EG) Nr. 6/2002 und sofern die vorliegende Verordnung nichts anderes vorsieht, kann jeder Beteiligte im schriftlichen Verfahren vor dem Amt jede Sprache des Amtes benutzen.
1. Onverminderd artikel 98, leden 3 en 5, van Verordening (EG) nr. 6/2002 en tenzij in deze verordening anders is bepaald, mag elke partij in schriftelijke procedures voor het Bureau elk van de talen van het Bureau gebruiken.