Wenn die Einrichtungen zur betrieblichen Altersversorgung gemäß den in den Mitgliedstaaten geltenden Rechtsvorschriften keine Rechtspersönlichkeit genießen und die in dieser Richtlinie festgelegten Anforderungen von den Einrichtungen zur betrieblichen Altersversorgung nicht verlangt werden können, werden diese Anforderungen und Funktionsbedingungen auf jene zugelassenen Stellen angewendet, die im Namen und für Rechnung der Einrichtungen die Funktionen wahrnehmen und die Befugnisse ausüben, die der Ausübung der Tätigkeit der Verwaltung von Zusatzrenten eigen sind.
Wanneer de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening volgens de desbetreffende nationale wetgeving geen rechtspersoonlijkheid hebben en de vereisten van deze richtlijn niet aan hen kunnen worden opgelegd, worden deze eisen en voorwaarden toegepast op de gemachtigde instanties die, voor rekening en in naam van de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, de taken en bevoegdheden uitoefenen welke verband houden met het beheer van aanvullende pensioenregelingen.