Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «absatz 3 dritter satz des vorerwähnten » (Allemand → Néerlandais) :

Artikel 1 des vorerwähnten Zusatzprotokolls bietet nicht nur einen Schutz gegen Enteignung oder Eigentumsentziehung (Absatz 1 Satz 2), sondern auch gegen jeden Eingriff in das Recht auf Achtung des Eigentums (Absatz 1 Satz 1) und gegen jede Regelung der Benutzung des Eigentums (Absatz 2).

Artikel 1 van het voormelde Protocol biedt niet alleen bescherming tegen de onteigening of tegen de beroving van eigendom (eerste alinea, tweede zin), maar eveneens tegen elke inmenging in het recht op het ongestoord genot van eigendom (eerste alinea, eerste zin) en tegen elk toezicht op het gebruik van eigendom (tweede alinea).


Artikel 1 des vorerwähnten Zusatzprotokolls bietet nicht nur einen Schutz gegen eine Enteignung oder eine Eigentumsentziehung (Absatz 1 Satz 2), sondern auch gegen jeden Eingriff in das Recht auf Achtung des Eigentums (Absatz 1 Satz 1) und gegen jede Regelung der Benutzung des Eigentums (Absatz 2).

Artikel 1 van het voormelde Protocol biedt niet alleen bescherming tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste alinea, tweede zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van de eigendom (eerste alinea, eerste zin) en elke regeling van het gebruik van de eigendom (tweede alinea).


- die Wortfolge « 20% der ursprünglichen Investition » in Artikel 7.1.1 § 1 Absatz 4 dritter Satz des vorerwähnten Dekrets vom 8. Mai 2009, in der Fassung wie ersetzt durch Artikel 4 des vorerwähnten Dekrets vom 13. Juli 2012, jedoch vor seiner Abänderung durch Artikel 3 des vorerwähnten Dekrets vom 28. Juni 2013,

- de woorden « 20 % van de oorspronkelijke investering » in artikel 7.1.1, § 1, vierde lid, derde zin, van het voormelde decreet van 8 mei 2009, in de versie ervan zoals vervangen bij artikel 4 van het voormelde decreet van 13 juli 2012, maar vóór de wijziging ervan bij artikel 3 van het voormelde decreet van 28 juni 2013;


Aus dem Vorstehenden ergibt sich, dass das Grundprinzip zur Berechnung der Pension des Bediensteten darin besteht, das Gehalt zu berücksichtigen, das mit dem Amt zusammenhängt, in das der Bedienstete endgültig ernannt wurde, selbst wenn dieser ein anderes Amt ausgeübt hat (Artikel 8 § 1 Absatz 2 dritter Satz des Gesetzes vom 21. Juli 1844), vorbehaltlich dessen, dass einerseits gewisse Mandate endgültigen Ernennungen gleichgestellt werden können (Artikel 8 § 1 Absatz ...[+++]

Uit het voorgaande volgt dat het basisprincipe voor de berekening van het ambtenarenpensioen is dat de wedde verbonden aan het ambt waarin de ambtenaar vast is benoemd, in aanmerking wordt genomen, zelfs indien hij een ander ambt heeft uitgeoefend (artikel 8, § 1, tweede lid, derde zin, van de wet van 21 juli 1844), onder voorbehoud dat, enerzijds, bepaalde mandaten kunnen worden gelijkgesteld met een vaste benoeming (artikel 8, § 1, derde lid) en, anderzijds, eveneens rekening kan worden gehouden met weddebijslagen voor het bepalen van de referentiewedde voor de berekening van het pensioen, op voorwaarde dat zij zijn opgenomen in de lim ...[+++]


In seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 2/2016 hat der Gerichtshof Artikel 335 § 1 Absatz 2 dritter Satz des Zivilgesetzbuches, ersetzt durch Artikel 2 des Gesetzes vom 8. Mai 2014, für nichtig erklärt.

Bij het voormelde arrest nr. 2/2016 heeft het Hof artikel 335, § 1, tweede lid, derde zin, van het Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 2 van de wet van 8 mei 2014, vernietigd.


Der Gerichtshof muss prüfen, ob Artikel 335 § 1 Absatz 2 dritter Satz des Zivilgesetzbuches vereinbar ist mit den Artikeln 10, 11, 11bis Absatz 1 und 22 der Verfassung, insofern er bestimmt, dass das Kind im Falle der Uneinigkeit oder des Ausbleibens einer Wahl den Namen des Vaters trägt.

Het Hof dient na te gaan of artikel 335, § 1, tweede lid, derde zin, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11, 11bis, eerste lid, en 22 van de Grondwet, doordat het bepaalt dat in geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze, het kind de naam van de vader draagt.


Insofern der sechste Teil des Klagegrunds sich auf die in Artikel 7.1.1 § 1 Absatz 4 des Energiedekrets enthaltenen Bedingungen bezieht, unter denen eine zusätzliche Investition im Rahmen einer Verlängerung des Förderzeitraums berücksichtigt wird, deckt sich die Prüfung dieses Teils teilweise mit der Prüfung des siebten Teils dieses Klagegrunds, der sich auf die in Artikel 7.1.1 § 1 Absatz 4 dritter Satz ...[+++]stabe a) des Energiedekrets enthaltene Bedingung bezieht, und mit der Prüfung des fünften Teils dieses Klagegrunds, der sich auf die in Artikel 7.1.1 § 1 Absatz 4 zweiter Satz dieses Dekrets enthaltenen Bedingungen bezieht; dieser Teil wurde bereits in B.15-B.22 geprüft.

In zoverre het zesde onderdeel van het middel ook betrekking heeft op de in artikel 7.1.1, § 1, vierde lid, van het Energiedecreet vervatte voorwaarden waaronder een extra investering in rekening wordt gebracht in het kader van een verlenging van de steunperiode, valt het onderzoek van dat onderdeel gedeeltelijk samen met het onderzoek van het zevende onderdeel van dat middel, dat betrekking heeft op de in artikel 7.1.1, § 1, vierde lid, derde zin, a), van het Energiedecreet vervatte voorwaarde, en met het onderzoek van het vijfde onderdeel van dat middel, dat betrekking heeft op de in artikel 7.1.1, § 1, vierde lid, tweede zin, van dat ...[+++]


Artikel 174 Absatz 3 dritter Satz des vorerwähnten Gesetzes in der auf den Tatbestand vor dem vorlegenden Richter anwendbaren Fassung, das heisst in der Fassung vor seiner Abänderung durch Artikel 26 des Programmgesetzes (II) vom 24. Dezember 2002, bestimmt, dass « für Taten, die den in Artikel 141 § 2 erwähnten beschränkten Kammern und den in Artikel 155 Absatz 3 erwähnten Berufungskommissionen vorgelegt werden » die Verjährungsfrist erst beginnt « ab dem Datum, an dem ein definitiver Beschluss dieser beschränkten Kammern oder Berufungskommissionen ergeht ».

Artikel 174, derde lid, derde zin, van voormelde wet, zoals van toepassing op de feiten voor de verwijzende rechter, dit is in de versie die voorafgaat aan de wijziging ervan bij artikel 26 van de programmawet (II) van 24 december 2002, bepaalt dat « voor de feiten die aan de in artikel 141, § 2, bedoelde beperkte kamers en aan de in artikel 155, derde lid, bedoelde commissies van beroep zijn voorgelegd », die verjaringstermijn pas ingaat « op de datum waarop een definitieve beslissing van die beperkte kamers of commissies van beroep is genomen ».


Die klagenden Parteien führen anschliessend an, die Artikel XII. VII. 17 Absatz 1 zweiter und dritter Satz und Artikel XII. VII. 18 § 1 Absatz 2 zweiter und dritter Satz RSPol - eingefügt durch Artikel 28 beziehungsweise Artikel 29 Nr. 1 des Gesetzes vom 3. Juli 2005 - verstiessen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Grundsatz der Rechtskraft der gerichtlichen Entscheidungen.

Vervolgens voeren de verzoekende partijen aan dat artikel XII. VII. 17, eerste lid, tweede en derde zin, en artikel XII. VII. 18, § 1, tweede lid, tweede en derde zin, RPPol - respectievelijk ingevoegd bij de artikelen 28 en 29, 1°, van de wet van 3 juli 2005 - in strijd zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van het gezag van gewijsde van de gerechtelijke beslissingen.


Die klagenden Parteien führen zunächst an, dass die Artikel XII. VII. 17 Absatz 2 dritter Satz und XII. VII. 18 § 1 Absatz 2 dritter Satz RSPol - eingefügt durch Artikel 28 beziehungsweise Artikel 29 Nr. 1 des Gesetzes vom 3. Juli 2005 - gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstiessen, insofern sie zwei Kategorien von gerichtspolizeilichen Abteilungsinspektoren der Gerichtspolizei bei den Staatsanwaltschaften, die in der Gehaltstabelle 2C eingestuft waren, gleich be ...[+++]

De verzoekende partijen voeren in de eerste plaats aan dat de artikelen XII. VII. 17, tweede lid, derde zin, en XII. VII. 18, § 1, tweede lid, derde zin, RPPol - respectievelijk ingevoegd bij de artikelen 28 en 29, 1°, van de wet van 3 juli 2005 - in strijd zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij twee categorieën van gerechtelijke afdelingsinspecteurs van de gerechtelijke politie bij de parketten die de weddeschaal 2C genoten, op dezelfde wijze behandelen : de geslaagden voor de bekwaamheidsproef voor verhoging in weddeschaal die de bevordering tot de weddeschaal 2D mogelijk maakt, en diegenen die niet zijn geslaag ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'absatz 3 dritter satz des vorerwähnten' ->

Date index: 2021-08-25
w