1. Der durch die Artikel 1 und 2 des Gesetzes vom 12. Juli 1994 eingefügte Artikel 4bis des Gesetzes vom 4. Juli 1989 « über die Einschränkung und Kontrolle der Wahlausgaben für die Wahlen der Föderalen Kammern und über die Finanzierung und die offene Buchführung der politischen Parteien » verletzt nicht die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insoweit er keine Klagen vorsieht gegen die in Paragraph 4 dieses Artikels vorgesehenen Entscheidungen der Kontrollkommission bezüglich der Wahlausgaben und der Buchführung der politischen Parteien.
1. Artikel 4bis van de wet van 4 juli 1989 « betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen », ingevoegd bij de artikelen 1 en 2 van de wet van 12 juli 1994, in zoverre het niet voorziet in beroepen tegen de beslissingen van de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen, bedoeld in paragraaf 4 van dat artikel, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.