22. vertritt die Ansicht, dass die Bestimmungen über die vertiefte und umfassende Freihandelszone kein Handelshemmnis für die Russische Föderation darstellen und dass das Assoziierungsabkommen die guten Beziehungen der Ukraine mit ihren östlichen Nachbarn nicht beeinträchtigt; hebt hervor, dass Instabilität in der gemeinsamen Nachbarschaft weder im Interesse der EU noch Russlands ist; betont, dass politische, wirtschaftliche oder sonstige Zwangsmaßnahmen gegen die Schlussakte von Helsinki verstoßen;
22. is van mening dat de bepalingen van de overeenkomst voor een vergaande en alomvattende vrijhandelsruimte geen enkele commerciële uitdaging aan het adres van de Russische Federatie inhouden en dat de associatieovereenkomst geen belemmering vormt voor goede betrekkingen tussen Oekraïne en zijn oosterbuur; benadrukt dat instabiliteit in het gemeenschappelijke buurland noch in het belang is van de EU noch in dat van Rusland; benadrukt dat het uitoefenen van politieke, economische of andere druk in strijd is met de Slotakte van Helsinki;