Nach dem Dekret vom 6. Mai 1999 gilt die Steuer aufgrund des unveränderten Artikels 2 4° (3°) des angefochtenen Dekrets weiterhin, wenn der während eines Zeitraums von mindestens zwölf aufeinanderfolgenden Monaten festgestellte Wasser- und Stromverbrauch unter dem von der Regierung festgesetzten Mindestverbrauch liegt, auch wenn es sich dabei um eine Zweitwohnung handelt.
Na het decreet van 6 mei 1999 blijft de belasting op grond van het ongewijzigde artikel 2, 4°, (3°), van het bestreden decreet eveneens gelden wanneer het water- of elektriciteitsverbruik tijdens een periode van tenminste twaalf opeenvolgende maanden lager ligt dan het door de Regering bepaalde minimumverbruik, ook als het om een tweede verblijf gaat.