7. BEGRÜSST die Erhöhung des Anteils der Länder mit niedrigem Einkommen (LIC) an der Mittelvergabe insgesamt, NIMMT ZUR KENNTNIS, dass der Anteil der am wenigsten entwickelten Länder (LDC) nach einem Rückgang im Jahr 2004 stabil geblieben ist, BETONT die Bedeutung der Mittelbindungen, die speziell auf Afrika ausgerichtet sind, und WIEDERHOLT sein Anliegen, dass über die Maßnahmen berichtet wird, die dazu dienen, die Armut und Ungleichheit in Ländern mit mittlerem Einkommen (MIC) verstärkt zu bekämpfen;
7. VERWELKOMT dat het aandeel van de lage-inkomenslanden (LIC's) in de totaal toegewezen middelen is toegenomen, MERKT OP dat het aandeel van de minst ontwikkelde landen (MOL's) na een teruggang in 2004 stabiel gebleven is, BENADRUKT het belang van de toezeggingen betreffende een bijzondere aandacht voor Afrika, en HERHAALT zijn verzoek om meer te vernemen over maatregelen waarmee de armoede en ongelijkheid in de middeninkomenslanden (MIC's) effectiever kunnen worden bestreden.
