10. bekundet seine Besorgnis über den anhaltenden Wertzuwachs des
Euro gegenüber den meisten bedeutenden ausländi
schen Währungen; erinnert in diesem Zusammenhang daran, dass der Vertrag in Artikel 111 die Zuständigkeit der Wechselkurspolitik dem Rat überträgt, wobei jedoch nicht ausgeführt wird, mit welchen Mitteln diese Zuständigkeit wahrzunehmen ist; ersucht die Eurogruppe, den Rat und die EZB, ihre jeweiligen Zuständigkeiten umfassend wahrzunehmen und die Koordination ihrer Maßnahmen im Bereich der Wechselkurspolitik zu intensivieren; stellt fest, d
...[+++]ass diese Wertsteigerung für die Exporte auf Ebene der Eurozone bislang noch nicht schädlich war, dass aber die Auswirkungen in den einzelnen Mitgliedstaaten unterschiedlich sind; betont die Risiken im Zusammenhang mit umfangreichen weltweiten Leistungsbilanzungleichgewichten, die zu einem weiteren Anstieg des Euro-Wechselkurses führen könnten; stellt fest, dass es zwischen den politischen Verantwortlichen nunmehr einen breiten Konsens darüber gibt, wie das Problem der weltweiten Ungleichgewichte angegangen werden soll; vermerkt, dass die bisherigen Bemühungen der internationalen Gemeinschaft und der internationalen Finanzinstitutionen bei weitem nicht ausreichen; hofft, dass die Umsetzung dieser Maßnahmen (Verabschiedung von Maßnahmen zur Verringerung des Haushaltsdefizits und zur Förderung des Sparverhaltens der Haushalte in den USA und zur Verwirklichung einer größeren Wechselkursflexibilität in einer Reihe von Überschussländern im aufstrebenden asiatischen Raum, insbesondere in China), die vom IWF überwacht werden muss, wesentlich zur allmählichen Behebung der weltweiten Ungleichgewichte beitragen wird; 10. spreekt zijn bezorgdheid uit over de voortdurende waardevermeerdering van de euro
ten opzichte van de meeste buitenlandse munteenheden; wijst er in dit verband op dat op grond van artikel 111 van het Verdrag de Raad verantwoordelijk is voor het wisselkoersbeleid, zonder dat evenwel nader wordt aangegeven op welke wijze aan deze bevoegdheid inhoud dient te worden gegeven; verzoekt de Eurogroep, de Raad en de ECB hun respectieve bevoegdheid ten volle uit te oefenen en hun activiteiten op het gebied van het wisselkoersbeleid onderling beter te coördineren; stelt vast dat deze waardevermeerdering tot nu toe niet nadelig is geweest voo
...[+++]r de uitvoer op het niveau van de eurozone, maar dat de gevolgen tussen de lidstaten uiteenlopen; benadrukt de risico's die verbonden zijn aan ernstige onevenwichtigheden op de lopende rekeningen die kunnen uitmonden in extra stijgingen van de wisselkoers van de euro; stelt vast dat er momenteel onder beleidsmakers een brede consensus bestaat over de aanpak van het probleem van wereldwijde onevenwichtigheden; stelt vast dat de inspanningen van de internationale gemeenschap en de internationale financiële instellingen verregaand ontoereikend blijven; hoopt dat de tenuitvoerlegging van deze maatregelen (de goedkeuring van maatregelen om in de VS het begrotingstekort terug te dringen en het particuliere sparen te bevorderen, en om een grotere wisselkoersflexibiliteit te verwezenlijken in een aantal overschotlanden in het opkomende Azië, met name China), waarop het IMF toezicht moet houden, een grote bijdrage zal leveren tot het geleidelijk wegnemen van de onevenwichtigheden in de wereld; 
