Da der Kläger mindestens ein Drittel seiner Strafe verbüßen muss (Artikel 25 § 1 des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte), kann er jederzeit verpflichtet werden, die verbleibende Zeit abzusitzen.
Aangezien de verzoeker minstens een derde van zijn straf dient te ondergaan (artikel 25, § 1, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten), kan hij op ieder ogenblik worden opgeroepen om de nog resterende tijd uit te zitten.