Wenn Aufrollrichtungen, außer solchen mit automatischer Verriegelung, nach den Vorschriften des Absatzes 7.6.4.2 geprüft werden, darf zwischen Oberkörper und Gurt keine Gurtlose entstehen; und
wanneer oprolmechanismen, behalve oprolmechanismen met automatische vergrendeling, overeenkomstig punt 7.6.4.2 worden getest, mag er geen speling tussen de romp en de riemen zijn, en