Bei einer Einmischung in das Recht auf Achtung des Eigentums muss immer ein faires Gleichgewicht zwischen den Erfordernissen des Allgemeininteresses der Gemeinschaft und den Zwängen der Wahrung der Grundrechte des Einzelnen gewahrt werden.
Een inmenging in het recht op het genot van eigendom moet altijd een billijk evenwicht beogen tussen de vereisten van het algemeen belang van de gemeenschap en de vereisten van het vrijwaren van de fundamentele rechten van het individu.