Nach ständiger Rechtsprechung des Gerichtshofes der Europäischen Gemeinschaften sind die Mitgliedstaaten in Ermangelung gemeinschaftsrechtlicher Massnahmen zur Vereinheitlichung und Harmonisierung dafür zuständig, die Kriterien für die Besteuerung des Einkommens und des Vermögens festzulegen, um gegebenenfalls durch das Abschliessen bilateraler Steuerabkommen eine Doppelbesteuerung zu vermeiden.
Volgens de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zijn de lidstaten, bij gebrek aan communautaire unificatie- of harmonisatiemaatregelen, bevoegd om de criteria voor de belasting van het inkomen en het vermogen vast te stellen, teneinde, in voorkomend geval, door het sluiten van bilaterale belastingverdragen, de dubbele belasting af te schaffen.
