Für drahtlose Breitbanddienste im 1,5-MHz-Band (1452–1492 MHz) und im 2,3-GHz-Band (2300–2400 MHz) sollten weitere Frequenzen freigegeben werden, um der steigenden Nachfrage nach Mobilfunkdatenverkehr gerecht zu werden, gleiche Wettbewerbsbedingungen zwischen den verschiedenen technischen Lösungen zu gewährleisten und das Aufkommen europaweiter Betreiber in der Union zu fördern.
Er moet extra spectrum voor draadloze breedbanddiensten in de 1,5 GHz-band (1452-1492 MHz) en de 2,3 GHz-band (2300-2400 MHz) worden vrijgemaakt om aan de toenemende vraag naar mobiel verkeer te kunnen voldoen, terwijl dit tevens moet zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden tussen de verschillende technologische oplossingen en voor ondersteuning van het verschijnen van pan-Europese exploitanten binnen de Unie.