(3a) Die Mitgliedstaaten beginnen mit der Zuteilung von Berechtigungen für Emissionen von anderen Treibhausgasen als Kohlendioxid erst, wenn standardisierte oder akzeptierte Methoden im Rahmen von Anhang IV vollständig ausgearbeitet und auf EU-Ebene genehmigt sind und die gleiche Verlässlichkeit der Messungen bieten wie für Kohlendioxid in Verbindung mit Energieerzeugung und ‑verbrauch.
(3 bis) De lidstaten beginnen pas met de toewijzing van rechten voor emissie van andere broeikasgassen dan CO2 wanneer genormaliseerde en aanvaarde methoden overeenkomstig Bijlage IV zijn ontwikkeld en op EU-niveau zijn erkend die dezelfde meetbetrouwbaarheid bieden als methoden voor energiegerelateerde CO2.