De rapporteur constateert dat voor wat betreft de sociale bescherming van de echtgenoten van zelfstandigen het standpunt van de Raad afwijkt van het standpunt van het EP in eerste lezing; de Raad is weliswaar van oorde
el dat de lidstaten moeten worden verplicht om de nodige maat
regelen te nemen om deze sociale zekerheid overeenkomstig het nationale recht te organiseren, maar volgens de Raad is het aan de lidstaten om te besluiten of deze bescherming wordt toegepast op verplichte of vrijwillige basis en of deze alleen wordt verleend o
...[+++]p verzoek van de echtgenoten en levenspartners.