19. hebt hervor, dass extreme Armut und die daraus resultierende soziale Ausgrenzung nicht länger nur unter wirtschaftsarithmetisc
hen Gesichtspunkten gesehen werden dürfen, sondern auch an Menschen- und Bürgerrechtskriterien gemessen
werden müssen; erkennt an, dass der Grundsatz des freien Verkehrs von Kapital und Waren allein noch nicht zur Ausrottung von Armut, insbesondere anhaltender Armut, führt und dass extreme Armut den Betroffenen jede Chance raubt und ein
e volle Teilhabe am Leben der Gemeinschaft un ...[+++]möglich macht und die Betroffenen ihrer Umgebung gegenüber gleichgültig werden lässt; 19. onderstreept dat extreme armoede en de sociale uitsluiting die daaruit voort
vloeit, niet kunnen worden gevat in alleen cijfers of economische termen, maar ook moeten worden uitgedrukt in termen van mensenrechten en burgerschap; erkent dat het beginsel van vrij verk
eer van kapitaal en goederen alleen het niet mogelijk maakt armoede en chronische armoede uit te bannen en dat grote armoede mensen van kansen berooft en de mensen die zij treft verhindert de
el te nemen aan het leven ...[+++] van de gemeenschap, omdat ze onverschillig worden voor hun omgeving;