35. wijst erop dat deze methoden door het Parlement diepgaand bestudeerd en uitvoer
ig behandeld moeten worden en dat zij een regeling in de vorm van een interinstitutioneel akkoord noodzakelijk maken. Indien de Commissie ervan uitgaat dat van coregulering geen gebruik dient te
worden gemaakt in situaties "waarin regels op uniforme wijze moeten worde
n toegepast in elke lidstaat" , dan is het toepassingsgebied ervan waarschijnlijk niet erg groot. Het mag er in i
eder geval niet toe ...[+++]leiden dat milieudoelstellingen voor het bedrijfsleven worden vastgesteld buiten het Parlement om en uitsluitend met instemming van de Raad, door middel van afspraken tussen de Commissie en industrieorganisaties, die noch representatief zijn noch verplicht zijn rekenschap en verantwoording af te leggen;