Vertaling van "aetr-rechtssache c-45 07 kommission " (Duits → Nederlands) :

– unter Hinweis auf das Urteil des Gerichtshofes der Europäischen Gemeinschaften in der AETR-Rechtssache C-45/07, Kommission/Hellenische Republik betreffend die Zuständigkeit der Mitgliedstaaten in den Außenbeziehungen,
– gezien het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in Zaak C-45/07 Commissie/Griekenland betreffende de externe bevoegdheid van de lidstaten, in verband met de AETR,

festzustellen, dass die Portugiesische Republik dadurch gegen ihre Verpflichtungen aus Art. 260 Abs. 1 AEUV verstoßen hat, dass sie nicht alle zur Durchführung des Urteils vom 7. Mai 2009 in der Rechtssache C-530/07 (1), Kommission/Portugiesische Republik, erforderlichen Maßnahmen ergriffen hat;
vaststellen dat de Portugese Republiek de krachtens artikel 260, lid 1, VWEU, op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen door niet alle nodige maatregelen te nemen ter uitvoering van het arrest van het Hof van 7 mei 2009 in zaak C-530/07 (1), Commissie/Portugal;

[5] Urteil vom 6. Oktober 2009 in der Rechtssache C-562/07, Kommission/Spanien, Slg. 2009, S. I-9553.
[5] Zie arrest van 6 oktober 2009 in zaak C-562/07, Commissie/Spanje, Jurispr. 2009, blz. I-9553.

– unter Hinweis auf die Rechtsprechung des Gerichtshofs in der AETR-Rechtssache C-45/07 in Bezug auf die Zuständigkeiten der Mitgliedstaaten in den Außenbeziehungen,
– gezien het arrest van het Hof van Justitie in Zaak C-45/07 betreffende de externe bevoegdheid van de lidstaten in de context van de AETR,

– unter Hinweis auf das Urteil des Gerichtshofes in der AETR-Rechtssache C-45/07 betreffend die Zuständigkeit der Mitgliedstaaten in den Außenbeziehungen,
– gezien het arrest van het Hof van Justitie in Zaak C-4507 betreffende de externe bevoegdheid van de lidstaten in de context van de AETR,

[11] Siehe in diesem Zusammenhang Urteil vom 5. März 1997 in der Rechtssache T-105/95, Kommission/WWF VK, Slg. 1997, S.II-313; Urteil vom 11. Dezember 2001 in der Rechtssache T-191/99, Kommission/Petrie u.a., Slg. 2001, S.II-3677; Urteil vom 21. September 2010, Rs. C-514/07 P, C-528/07 P und C-532/07 P, Schweden u.a./ API und Kommission.
[11] Zie in dit verband arrest van 5 maart 1997 in zaak T-105/95, Commissie/WWF UK, Jurispr. 1997, blz. II-313; arrest van 11 december 2001 in zaak T-191/99, Commissie/Petrie e.a., Jurispr. 2001, blz. II-3677; arrest van 21 september 2010, Zweden e.a./API en Commissie (C-514/07 P, C-528/07 P en C-532/07 P).

das Urteil des Gerichts für den öffentlichen Dienst vom 15. März 2011 in der Rechtssache F-120/07, Strack/Kommission aufzuheben;
het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 15 maart 2011 in zaak F-120/07, Strack/Commissie, te vernietigen, voor zover dat Gerecht daarbij de exceptie van onbevoegdheid van de Commissie afwijst;

– unter Hinweis auf das AETR-bezogene Urteil des Gerichtshofs in der Rechtssache C‑45/07 betreffend die externen Zuständigkeiten der Mitgliedstaaten,
– gezien het arrest van het Hof van Justitie in Zaak C-45/07 betreffende de externe bevoegdheid van de lidstaten in de context van de AETR,

[25] Gemeinsame Rechtssachen 3,4 und 6/76 Kramer, Randnr. 42 und 45, Gutachten des Gerichtshofs vom 19. März 1993, 2/91, Randnr. 37, Rechtssache C-266/03, Kommission gegen Luxemburg, Randnrn. 57 und 58, und Rechtssache C-433/03, Kommission gegen Deutschland, Randnrn. 63 und 64.
[25] Gevoegde zaken 3, 4 en 6/76 Kramer, punten 42 en 45, advies van 19 maart 1993 van het Hof van Justitie, 2/91, punt 37, zaak C-266/03, Commissie tegen Luxemburg, punten 57 en 58, en zaak C-433/03, Commissie tegen Duitsland, punten 63 en 64.