Grondstoffen mogen niet worden verkregen van waterrijke gebieden, permanent beboste gebieden, gebieden met een kroonbedekking van 10 tot 30 % en veengebied, als de status van het land is gewijzigd ten opzichte van de status in 2008 (53).
Les matières premières ne doivent pas provenir de zones humides, ni de zones boisées en continu, ni de zones boisées ayant des frondaisons couvrant de 10 à 30 % de leur surface, ni de tourbières, si le statut de la terre a changé par rapport à la situation en janvier 2008 (53).