1.2.1. Voor typegoedkeuring van een flexfuelvoertuig op ethanol of biodiesel moet de voertuigfabrikant beschrijven hoe het voertuig zich aan alle in de handel voorkomende mengsels van benzine en ethanol (met maximaal 85 % ethanol) of diesel en biodiesel kan aanpassen.
1.2.1. Pour la réception d’un véhicule à carburant modulable fonctionnant à l’éthanol ou au biodiesel, le constructeur décrit l’aptitude du véhicule à s’adapter à un mélange quelconque d’essence et de carburant à l’éthanol (mélange d’éthanol jusqu’à 85 %) ou d’essence et de gazole et de biodiesel qui peuvent apparaître sur le marché.