Rekwirantes eerste middel stelt een onjuiste rechtsopvatting van het Gerecht doordat het Gerecht de zwaarte van de inbreuk niet na november 1996 onder verwijzing naar de gewijzigde aard van het kartel onderzocht en dus geen rekening hield met alle voor de berekening van de aan rekwirante opgelegde geldboete relevante omstandigheden, zodat punt 20 van de richtsnoeren van 2006 inzake geldboeten en/of artikel 23 van verordening 1/2003 (2) alsook artikel 49 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn geschonden.
Par son premier moyen, la partie requérante fait valoir que le Tribunal a commis une erreur de droit en ce qu’il n’a pas examiné la gravité de l’infraction après le mois de novembre 1996 en fonction de la nature de l’entente, ce qui l’a empêché de tenir compte de toutes les circonstances pertinentes pour le calcul de l’amende infligée à la partie requérante, et que, ce faisant, il a violé le point 20 des lignes directrices de 2006 pour le calcul des amendes et/ou l’article 23 du règlement no 1/2003 (2) et l’article 49 de la charte des droits fondamentaux de l’Union européenne.