25. stelt vast dat de beweegredenen om te emigreren onder meer verband houden met de slechte sociaal-economische omstandigheden in het land van oorsprong en dat de illegale immigranten die de Europese Unie binnenkomen het slachtoffer zijn van de praktijken van misdaadbendes; onderstreept dat veel zwartwerk verricht wordt door Europese burgers en legale ingezetenen; is van oordeel dat de bestrijding van illegale arbeid zich moet concentreren op de werkgevers, de "opdrachtgevers"; wijst erop dat illegale immigratie het probleem van zwart werk weliswaar kan verscherpen maar in geen geval daarvan de belangrijkste oorzaak is;
25. constate que les motifs d'émigration sont entre autres liés aux mauvaises conditions socioéconomiques dans les pays d'origine et que les immigrés clandestins sont les victimes des agissements d'organisations criminelles; souligne la part importante de travail non déclaré effectuée par des ressortissants européens et des résidents légaux; estime que la lutte contre le travail clandestin doit viser aussi les employeurs "donneurs d'ordres"; affirme que l'immigration illégale peut certes accentuer le problème du travail au noir, mais qu'elle n'en est nullement la cause déterminante;
