Tijdens die periode bedragen de uitgaven voor de ter verpleging opgenomen patiënten 7 759,0 miljoen (ten opzichte van 7 493,2 miljoen tijdens het eerste semester 1998) en voor de niet ter verpleging opgenomen patiënten 2 730,3 miljoen (ten opzichte van 2 395,0 miljoen tijdens het eerste semester 1998).
Durant cette période, les dépenses s'élevaient pour les patients hospitalisés à 7 759,0 millions (contre 7 493,2 millions durant le premier semestre 1998) et pour les patients non hospitalisés à 2 730,3 millions (contre 2 395,0 millions durant le premier semestre 1998).