Het Hof zal zich bijgevolg in dit arrest niet uitspreken over de bestaanbaarheid van de artikelen 322 en 323 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in behandeling in het leven zouden roepen tussen de vader en de moeder van het kind, noch over de bestaanbaarheid van artikel 322, op zichzelf beschouwd, met die grondwettelijke bepalingen.
La Cour ne se prononcera dès lors pas, dans le présent arrêt, sur la compatibilité des articles 322 et 323 du Code civil avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils créeraient une différence de traitement entre le père et la mère de l'enfant ni sur la compatibilité avec ces dispositions constitutionnelles de l'article 322 pris isolément.