Volgens de verwijzende rechter zou de discriminatie liggen in het feit dat een gelijke situatie op een ongelijke manier wordt behandeld en niet in het feit dat een ongelijke situatie op een gelijke manier wordt behandeld, vermits de geadopteerde die met één van zijn ouders leeft en die een juridische band met hem zou wensen te behouden, het recht ontzegd zou worden op een volle adoptie en dus op het hebben van een tweeoudergezin, terwijl het kind dat niet met één van zijn ouders leeft, door een echtpaar kan worden geadopteerd.
Selon le juge a quo, la discrimination résiderait dans le fait qu'une situation égale est traitée de manière inégale et non dans le fait qu'une situation inégale est traitée de manière égale, puisque l'adopté qui vit avec un de ses parents et qui désirerait garder un lien juridique avec lui se verrait privé du droit de bénéficier d'une adoption plénière et donc d'avoir une famille « bi-parentale », alors que l'enfant qui ne vit avec aucun de ses parents peut être adopté par un couple.