Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 171, 6°, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), in zoverre het in de
praktijk ertoe zou leiden dat de arbeiders geen aanspraak kunnen maken op de afzonderlijke aanslagvoet voor h
et vakantiegeld met betrekking tot het jaar van hun brugpensionering, terwijl de formulering van ...[+++]die bepaling laat veronderstellen dat zij zowel op de arbeiders als op de bedienden van toepassing is.
La Cour est invitée à se prononcer sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 171, 6°, premier tiret, du Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 1992) en ce qu'il aurait pour effet, en pratique, de ne pas faire bénéficier les ouvriers du taux distinct pour le pécule de vacances afférent à l'année de leur mise à la prépension, alors que la formulation de ladite disposition permet de supposer qu'elle s'applique aussi bien aux ouvriers qu'aux employés.