De aanvrager moet tijdens de aanhoudingsperiode, vastgelegd in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 2342/1999, iedere vermindering zonder vervanging van het aangegeven aantal zoogkoeien en vaarzen of iedere afwijking van het in artikel 6, § 2, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde minimale en maximale aandeel vaarzen, schriftelijk en binnen 10 werkdagen die volgen op de gebeurtenis, melden aan de buitendienst van de bevoegde dienst.
Pendant la période de rétention fixée à l'article 16 du Règlement (CE) n° 2342/1999, le demandeur doit communiquer toute diminution sans remplacement du nombre de vaches allaitantes et génisses déclaré, ou toute dérogation à la part minimale et maximale de génisses, visée à l'article 6, § 2, du Règlement (CE) n° 1254/1999, par écrit et dans les 10 jours de travail suivant l'événement, au service extérieur du service compétent.